Wil je meer lezen over het dagelijkse leven tijdens de Eerste Wereldoorlog? Dan is mijn boek Oorlogsdagen misschien iets voor jou? Klik hier voor meer info.cover-Oorlogsdagen-sept2013

Wat gebeurt er op 25 augustus 1914 in Leuven? Op deze vraag weet je misschien wel het antwoord: de Eerste Wereldoorlog is exact drie weken oud en de Duitsers wreken zich op de Leuvenaars. De oorzaak zou een foute interpretatie van de Duitsers zijn. Zij denken dat er op hen was geschoten door burgers, terwijl het waarschijnlijk Duitse kogels waren. Hun reactie is bikkelhard: ze doorzoeken de huizen en executeren verdachten. Na enkele dagen van bloedige terreur steken ze de stad en haar kostbare universiteitsbibliotheek in brand. Meer dan duizend huizen gaan in de vlammen op en 209 burgers vinden de dood, onder hen 11 kinderen en 21 vrouwen.

Een erg dramatische gebeurtenis die – zeker in deze tijden – in onze collectieve geheugen gebrand zou moeten zijn. Maar Leuven is niet het enige slachtoffer van de Duitse terreur tegen burgers. In totaal telt men naar schatting 5.500 burgerslachtoffers na die eerste oorlogsmaand. En de meesten van hen zijn we bijna vergeten…

De eerste moorden

Visé is een dorpje aan de Nederlandse en Duitse grens en is op 4 augustus – de eerste dag van de oorlog –  het doelwit van de eerste Duitse aanval. Al snel valt Visé in Duitse handen, maar dan men de invallers dat de Belgische burgers zich laf verzetten. De Duitsers reageerden hard en doodden onterecht enkele inwoners, terwijl het eigenlijk gendarmes waren die hen hadden beschoten. Niet enkel in Visé vindt een bloedbad plaats. Het naburige Bernau betreurt 10 doden, maar vooral in het dorpje Soumagne, iets meer in het zuiden, wordt er op bloedige wijze korte metten gemaakt met het verzet van de burgers: 118 mannen, vrouwen en kinderen worden geliquideerd op de weide waar ze de Duitsers bijeengedreven zijn. Op 6 augustus bloedt de streek tussen Visé en Luik: Fleron (84 doden), Sprimont (40 doden), Battice (33 doden), Esneux (20 doden) en Blegny (19 doden). 7 augustus: Louveigné (28 doden) en Herstal (27 doden). 8 augustus: Herve (38 doden), Baelen (16 doden), Francorchamps (14 doden), maar vooral Melen is trieste recordhouder tijdens deze eerste oorlogsdagen: 108 burgers worden die dag afgemaakt. Daarna houden de Duitsers zich wat koest, maar wat iedereen vreest komt uit: het ergste moest nog komen…

Aarschot, 19 augustus

De eerste grote massamoord vindt plaats in deze stad van ongeveer 8.000 inwoners. De dagen ervoor hadden de Duitsers opnieuw stevig huisgehouden in gemeenten nabij de taalgrens, zoals in Wandre en Barchon op 14 augustus (31 en 32 doden) en op 18 augustus in Heure-le-Romain (28 doden) en Haccourt (16 doden). Maar vooral de hevige gevechten in het oosten van Brabant hebben de laatste dagen gekleurd. Op 17 augustus steken de Duitsers het Antwerpse dorp Herselt in brand en doden 29 inwoners. Rond Aarschot woeden hevige gevechten. Als de Duitse commandant wordt doodgeschoten, verdenken ze de vijftienjarige zoon van de burgemeester. Als represailles schieten de soldaten de burgemeester, zijn zoon en 154 andere burgers dood. Tot dan is Vlaanderen gespaard gebleven van de oorlogsgruwelen, met uitzondering op Sint-Truiden waar op 9 augustus 20 burgers worden geëxecuteerd en Tongeren, waar de gemoederen op 18 augustus verhitten.

De Samber kleurt rood

De ware gruwel speelt zich af in de Waalse dorpen en steden. Op 20 augustus voeren de Duitsers represailles uit nadat zogenaamde Franc-tireurs hen aanvielen.  Zowel in het dorpje Somme-Leuze als in Erezée vallen 11 doden. In Andenne-Seilles worden maar liefst 262 mensen brutaal afgemaakt met kogels en bijlen. Op 22 augustus kent Henegouwen opnieuw een afschuwelijke dag. In de buitenwijken van Charleroi, aan de oevers van de Samber wordt met scherp geschoten op burgers: In Monceau-sur-Sambre schieten ulanen 63 mensen dood. Montignies-sur-Sambre, aan de andere kant van Charleroi, telt 35 doden. De buitenwijk Farciennes betreurt 20 doden, in Bouffioulx worden er 10 mensen gedood. Maar de grootste gruwel speelt zich af meer westelijk aan de oevers van de Samber: in het industriële Tamines zijn de Duitsers al vierentwintig uur aan het plunderen, als ze beslissen om een willekeurig uitgekozen groep inwoners op het centrale plein bijeen te drijven. Tussen hen staan kinderen en ouderlingen, maar de Duitsers zijn onverbiddelijk: ze openen vuur.  384 van hen overleven het niet. Enkelen redden het omdat ze zich voor dood houden toen de Duitsers alle nog ademende slachtoffers met hun bajonet neersteken. Ook de Semois kleurt die dag bloedrood: in het dorpje Tintigny worden 93 burgers die verdacht worden van verzetsdaden, doodgeschoten. Elders in provincie Luxemburg vallen er op 22 augustus nog meer burgerdoden: Mussy-la-ville (13 doden) en Neufchateau (20 doden).

Dinant, 23 augustus

De Duitse troepen zijn al eens in het historische stadje aan de Maas geweest. Maar op 15 augustus juicht de bevolking als Franse troepen hen bevrijden. Zes dagen later bestormt de Duitse cavalerie de stad. Bijna de helft van de bevolking kan naar de andere oever vluchten, waar de Fransen hen opvangen. Maar voor zowat drieduizend mensen is het te laat. De komende twee dagen zijn ze overgeleverd aan de razende Duitsers. Die trekken van deur tot deur en doorzoeken met geweld elke kamer. De angstige burgers moeten soms hun kleren afgeven en belanden naakt op het straat. In de norbertijnenabdij worden 43 mannen op het binnenplein samengedrongen. Ze worden koelbloedig neergemaaid. Ook rond de abdij, in het gehucht Leffe, maken de Duitsers burgers af: 227 – vooral mannelijke – inwoners worden geëxecuteerd. Blijkbaar zijn er nog maar negen mannen in leven na de Duitse doortocht. Elders in Dinant worden de burgers gebruikt als menselijk schild tegen Franse artillerie. Tegen de beroemde Muur van Tschoffen worden tientallen doodgeschoten. Honderden anderen die zijn opgesloten in de gevangenis naast de muur, horen de angstwekkende knallen. Het stadscentrum wordt voorlopig gespaard, maar in de woonwijken daarrond spelen zich gruwelijke taferelen af. In het zuiden, wordt een groep van 83 mensen neergeschoten: onder hen 26 vrouwen en 17 kinderen, de jongste drie weken oud. Na het afmaken van 674 burgers, steken de Duitsers de stad in brand.

In het verre zuiden van ons land gaan de Duitsers brutaal te keer in Ethe, een deelgemeente van Virton. Ze vermoorden maar liefst 218 mensen. Overal in Wallonië worden burgers afgeslacht: in de wijk Bouge van Namen vallen 17 doden; in het gebied waar de Maas België instroomt:Waulsort (14 doden) en Hastière-par-délà; maar ook verder westwaarts: Quaregnon (66 doden), Ville-Pomeroeul (14 doden),  Flénu (12 doden) en Nimy (10 doden).

Vliegende Maandag, 24 augustus

Op 24 augustus gaat het moorden in Wallonië bloedig verder: Latour (71 doden), Izel (20 doden), Hermeton-sur-Meuse (20 doden), Offagne (13 doden) Bertrix (11 doden), Houdemont (11 doden), …

Terreur in Vlaanderen, 25 augustus

De volgende dag, als Leuven kennis maakt met de Duitse terreur, vinden 56 mensen in Surice en 13 burgers van Anthée de dood. Het Belgische leger dat zich heeft teruggetrokken achter de Antwerpse fortenlinie, voert een tegenaanval uit op de linie tussen Dendermonde en Mechelen.  Zemst is het slachtoffer van de Duitse brutaliteit: 7 mensen worden bij represailles afgemaakt en 8 anderen worden geëxecuteerd nadat ze als menselijk schild tegen het Belgische leger gebruikt waren.

Niemandsland, 26 augustus

Op 26 augustus, de laatste dag van de Duitse terreur, worden aan het station van Aarlen 126 burgers uit Rossignol en omgeving doorgeschoten. Na de represailles in Zemst, worden in Houtem (Vilvoorde) 12 doden geteld. De streek tussen Brussel en de forten rond Antwerpen was tot eind september een soort van niemandsland, waar zowel de Duitse troepen als de Belgische troepen prikacties uitvoerden en soms in botsing kwamen. Voor de bevolking was dit

Brand in Dendermonde, 4 september 

In een poging om de Dendermondse linie te doorbreken, stuiten de Duitsers op heel wat Belgisch verzet. Als represailles op de weerstand in de stad en de omliggende gemeentes wordt er brand gesticht. Van Dendermonde blijft niet veel meer over. Honderden worden als gijzelaars naar Duitsland gedeporteerd en 9 burgers verliezen het leven. In Sint-Gillis-Waas en Lebbeke is het dodental heel wat hoger. Ook daar worden huizen afgebrand en in elke gemeente meer dan 20 burgers gedood.

De rest van september verloopt rustiger, maar toch gebeuren vooral in Brabant en Denderland nog enkele drama’s.

Slag om Antwerpen, 27 september 

De slag om Antwerpen wordt definitief ingezet. Na meer dan één maand stilstand, lijkt de Duitse opmars niet meer tegen te houden. Hoeveel burgers het slachtoffer worden van de bombardementen op de forten is onduidelijk. In Aalst komen de Duitsers bijzonder gewelddadig binnentreden. Zeker 27 mensen laten het leven op de eerste dag van de Slag om Antwerpen.

Brave Little Belgium

De slachtpartijen doen niet alleen de Belgen huiveren van angst. Tot in Amerika keurt iedereen de Duitse wandaden af. Het idee van het brave little Belgium dat zich moedig verzet tegen de laffe, brute Duitsers, is geboren. Kort daarna worden de gruweldaden afgebeeld op propagandaposters.

Historisch onderzoek

Na de oorlog blijven de vragen grotendeels onbeantwoord: Wat dreef de Duitse soldaten? Werden ze echt aangevallen of ging dit over een gecoördineerde terreuractie? En werden de Belgische burgers wel echt koelbloedig geliquideerd of kwamen ze om tijdens de gevechten?

De cijfers die hierboven zijn gemeld zijn niet compleet. Ik vernoem bijvoorbeeld enkel de gemeenten waar tenminste 10 doden vielen. De chaos in augustus 1914 liet bovendien niet toe alle Duitse wandaden te rapporteren. Daarnaast is voornamelijk het Belgische perspectief voor dit artikel onderzocht. Belgisch historisch onderzoek naar deze eerste oorlogsgruwel in de geschiedenis van ons land is er amper. Zal hier in 2014 verandering in komen?

Vijf recente boeken handelen over dit thema:

  • HORNE, John en KRAMER, Alan, German Atrocities. A history of denial, Dublin: Yale University Press, 2001.
  • LIPKES, Jeff, The German Army in Belgium, august 1914, Leuven: Leuven University Press, 2007.
  • VAN THUYNE, Dirk, 1914. De Duitsers komen. De moordende begindagen van de Eerste Wereldoorlog in België, Tielt: Lannoo, 2010.
  • VERLEYEN, Misjoe en DE MEYER, Marc, Augustus 1914, Antwerpen: Manteau, 2013.
  • ZUCKERMAN, Larry, De Verkrachting van België. Het verzwegen verhaal over de Eerste Wereldoorlog, Antwerpen: Manteau, 2004.

Meer info? Over de slachting in Tamines, in Surice, overzicht van represailles in de Franse wikipedia, een Engelstalige getuigenis van 1915.

11 gedachten over “Het vergeten bloedbad van de Eerste Wereldoorlog

    1. Na het bestuderen van brieven die gedurende de eerste maanden van de oorlog door Duitse soldaten, manschappen en officieren, aan het thuisfront schreven, blijkt duidelijk dat ze ervan overtuigd waren dat de burgerbevolking zich gewapend mengde in de krijgsverrichtingen, zonder dat deze overtuiging hun opgedrongen werd door de hogere legerleiding of de Duitse pers. Voor een door de leiding georkestreerde campagne was er geen tijde geweest, daarvoor was de chaos in de Duitse communicatie te groot. Tot laat september ontvingen de Duitse troepen zelden of nooit kranten uit Duitsland. Was het massahysterie, gebaseerd op de verhalen over Franc-Tireurs van de oud-strijders van 1870?
      Vooral katholieke pastoors werden zeer wantrouwig bekeken, en in sommige gevallen, summier geëxecuteerd of gevangen gezet. Er heerste wantrouwen en zelfs angst voor Belgische jonge vrouwen die er steevast van beschuldigd worden weerloze, dronken of gewonde Duitse soldaten gruwelijke te verminken. In een brief van 2/9/1914 aan zijn vrouw beschrijft een luitenant van het 1 Marine Infanterie Regiment de bevolking als “een hondsgemeen volk…arm en achterdochtig, ogenschijnlijk vriendelijke maar achter de rug schietend en bommen werpend.”
      Dat bij de executie van burgers de frustratie over de weerstand van de Belgen en het grote aantal Duitse verliezen een rol speelde is ontegensprekelijk. Ook dronkenschap onder de manschappen én officieren droegen speelde zeker een rol. Een bataljon uit Duitsland ontscheept ’s morgens in het station van Leuven, plundert de wijnkelders tijdens hun passage door de stad en marcheert dezelfde dag nog 25 kilometer naar de Dijle stelling. Een luitenant pelotonsleider, die zelf een fles Haut Sauternes 1843 soldaat gemaakt heeft, vreest dat de vele uitvallers door dronkenschap door de Belgische vrouwen aangevallen zullen worden. De ijselijke en vaak overdreven en op geruchten rustende verhalen van de eerste Belgische vluchtelingen dragen ook hun steentje bij en garanderen de ontheemde Belgen onvoorwaardelijke sympathie en steun en de Angelsaksische pers een droom aan propaganda materiaal.
      De meeste interpretaties van de wreedheden tegen de burgerbevolking waren, zijn inderdaad Angelsaksisch. In België, en, zover ik weet in Duitsland, wordt dit onderwerp door het historisch inderdaad stiefmoederlijk behandeld. Misschien een kans voor de vele amateurhistorici om hun krachten te bundelen.

  1. En na Zemst is begin september 1914 Kapelle-op-den-Bos grotendeels in brand gestoken. De meeste mensen waren toen al op de vlucht toen ze ’s avonds de rode gloed zagen in de lucht boven Zemst en omstreken. Bijna alle huizen, kerk, school,… werden platgebrand. Ook hier waren er Belgische soldaten zonder uniform maar met een boerenkiel aan, waardoor de Duitsers dachten dat het burgers waren die geschoten hadden.
    (meer info in “Drie Kleine Dorpen in een Grote Oorlog” bij de publicaties op http://erfgoedcel.kapelle-op-den-bos.be)

  2. In Erpe (Oost-Vlaanderen) werden op 12 september 1914 2 onschuldige burgers gedood en vijf huizen in brand gestoken en volledig vernield. Dit was een reactie op een aanval van Belgische mitrailleurwagens waarbij de Duitsers “grote verliezen” leden.

  3. Voldoende historisch onderzoek is te vinden in L’Invasion Allemande dans les provinces de Namur et de Luxembourg. Gepubliceerd door twee geestelijken die de (gedetailleerde!) verslagen uitplozen van de pastoors van de vele dorpen en gehuchten die slachtoffers te betreuren hadden. Er zijn 9 delen van elk +- 200 pagina’s.

    Voor zij die tijd hebben:
    https://archive.org/details/documentspourser06nieu

  4. Dit verslag is verre van volledig. Ik herinner mij het bloedbad in een kleine gemeente – Eessen bij Diksmuide – waar burgers opgesloten werden in de lokale brouwerijkelders den daarna afgemaakt. Familieleden van me herinnerden nog geregeld nog aan dit bloedbad

Plaats een reactie