Vul het onderstaande contactformulier in en ik beantwoord zo snel mogelijk je vraag of suggestie.
Omdat ik dagelijks meerdere mails krijg kan het even (soms weken) duren voor ik kan antwoorden. Maar ik antwoord op élke mail. Indien er geen antwoord komt, stuur dan een nieuwe mailtje.
Beste Pieter,
Op 25 januari ll was ik een van de vele bevoorrechte getuigen die vanuit het pluche van de Antwerpse provincieraad en op initiatief van het Vredescentrum, jouw lezing over ‘Oorlogsdagen. Overleven in bezet Vlaanderen tijdens WO I’, mocht bijwonen.
Geen wijze grijsaard op het spreekgestoelte die op zondagmiddag zijn toehoorders komt ‘animeren’ over een actueel thema. Geen saaie, theoretische uiteenzetting van historische feiten, gebeurtenissen, vertellingen of ander interessants dat ons 100 jaar terug de tijd in stuurt. Geen voorleesoefening of platgetreden paden.
Wél een jongeman die bevlogen, welbespraakt en met kennis van zaken een inkijk geeft over hoe het er toen ongeveer aan toe zal gegaan zijn. Hoe de man-in-de-straat ‘zijn’ oorlog beleefde, inschatte en dagelijks overleefde. Geen heldendaden of belevenissen aan het front, geen strategische visies van maarschalken en generaals en tot wat die vaak leidden…, maar de dagelijkse praktijk in gewone huishoudens.
De simpele, maar duidelijke en vaak pakkende verhalen van dagboekschrijvers van alle slag en stand. De boer uit Zemst, burgemeester en zijn zoon uit Aarschot, stakers van de Centrale Werkplaats in Mechelen, de gedwongen vlucht uit Leuven en onder streng (maar onrechtvaardig) toezicht van Duitse militairen, schuilen in de eigen kelder, maandelijkse tellingen van personen en goederen vaak ver van huis, represailles in alle maten en gewichten, willekeur, gebrek aan respect van de bezetter voor het land en zijn inwoners dat bezet wordt, voortdurende angst en onzekerheid over wat komen gaat, honger, ziekte en bijtende koude, gelatenheid en stille opstand,…
Je bracht het in een notendop van twee uren die voorbijvlogen. Zoals ook velen dachten bij aanvang van wat later WO I zou worden. ‘Het zou vlug voorbij zijn’.
Geen minuut verveeld, noch even afgedwaald. Geen babbeltje met de ‘buren’. Focus op wat jij vertelde of liet zien via powerpoint. Geen echt nieuwe, wereldschokkende verhalen, maar authentiek en uit het leven van toen gegrepen. Onbegrijpelijk dat vele van die meesterlijke dagboeken jarenlang weggemoffeld werden in stoffige “secretairekes” omdat ze minder spannend zouden zijn dan verhalen uit de frontstreek.
Chapeau voor al die jeugdige en andere interviewers naar die laatste getuigen toe en alle verhalen die ze registreerden of links die ze hielpen leggen voor verder onderzoek.
Stilte in de majestueuze zaal. Respect van vele oudere luisteraars voor het jonge ‘geweld’ van een prille dertiger die op vlak van WO (gelukkig) geen ervaringsdeskundige is. Het was de eerste gedachte die door mijn hoofd speelde. 100 jaar WO I, de gemiddelde leeftijd van de toehoorders die hoger lag dan die dertig kaarsjes en de aandacht die werd opgebracht voor het thema. Vragen achteraf. Ook de inrichters die jong van leeftijd én hart zijn.
De wijze waarop je, als op de boekenbeurs, achteraf je lezers te woord staat en luistert naar wat ze willen vertellen over hun opzoekwerk of activiteiten m.b.t. WO I. Leerlingen die een deel van hun vroege zondagmorgen besteden aan het bijwonen van een ‘les’ van hun leerkracht Geschiedenis. Fiere ouders die er komen bij staan. Anderen met vragen… Ondergetekende die de lange rij afsluit en je vrij enkele woorden laat schrijven op de openingspagina van ‘Oorlogsdagen’ én je zijn bewondering voor deze lezing openlijk meedeelt.
Jonge mensen opvoeden of iets willen bijleren begint bij jezelf.
Gelukkig diegenen die van jou Geschiedenis mogen krijgen. Ongetwijfeld zullen er een aantal onder hen zijn die ‘later’ de fakkel of het vuur zullen overnemen omdat jij dat bij hen ontstak. De goesting voor Geschiedenis of iets anders dat je even boeiend brengt. De kijk op onze maatschappij, levensbeschouwelijke invalshoeken, filosofische beschouwingen, evoluties en tot wat ze bij de individuele mens kunnen leiden. Je bent nog piepjong, maar een veelbelovend en bevlogen historicus met oog voor de gewone man. Een jongeman die erin slaagt anderen goesting in geschiedenis te doen krijgen. Of het nu WO I of II of iets anders is. Je zult het steeds boeiend brengen, is mijn aanvoelen.
Bedankt voor de interessante zondagvoormiddag en je boek zal zeker met veel aandacht gelezen worden. Blij ook (en een beetje trots) dat je me vroeg een ‘beoordeling’ over deze ervaring te schrijven. Het kostte helemaal geen moeite om de juiste woorden te vinden voor de inspanningen die je deed!
Volhouden!
Tot een volgende.
Vriendelijke groeten,
Ivo Roggemans