Op woensdag 24 februari 2016 werd de Koppenreportage Tranen over Mortsel op één uitgezonden. Het verhaal dat ik in mijn gelijknamige boek wil vertellen, is actueler en belangrijker dan ooit. Het leert ons wat oorlog echt is en wat te veel mensen ook vandaag nog moeten doormaken. Maar het stelt ook vragen bij onze huidige houding tegenover oorlogsslachtoffers van vroeger en nu.

Via deze link kan je de reportage herbekijken. 

Wie meer info wil over mijn boek Tranen over Mortsel, vindt die via deze link.

Slachtoffers zijn cijfers geworden

Het beangstigt mij hoe makkelijk we oorlogsslachtoffers objectiviseren. We lijken onverschillig voor al de drama’s wereldwijd. Soms dreigen we te vergeten dat dit de echte wereld is. We zien het liefst economisch: wat zal ons dit kosten? Maar ook: om hoeveel mensen gaat het? ’s Morgens lees je in de krant dat er weer enkele duizenden illegaal de grens zijn overgestoken, dat er tientallen zijn verdronken in de Middellandse Zee, dat er honderden weigeren op te kramen uit de kampen van Calais en Duinkerke, dat er tot vandaag 270.000 doden vielen in Syrië. Slachtoffers zijn cijfers geworden.

Deze week was er zelfs het nieuws over toeristische vakanties om vluchtelingen te helpen in Griekenland. Hoe goed dit ook bedoeld is, het toont aan hoe we het nieuws over deze verschrikkingen verteerbaar maken. Toch moet er een andere manier zijn om hiermee om te gaan.

Tranen over Mortsel

In Mortsel is het eenvoudig om te zeggen dat er 936 doden waren op 5 april 1943. Maar het wordt moeilijk wanneer je de honderden kruisjes ziet op het ereperk, of wanneer je de bidprentjes van de meer dan 200 kinderen die omkwamen voor je open legt. Daar ben ik het meest trots op, dat ik met mijn boek de slachtoffers van het bombardement een gezicht heb gegeven.

Lang hebben de getuigen moeten zwijgen. Het was een Amerikaans bombardement, de bloedigste luchtaanval uit onze geschiedenis, maar een geval van friendly fire. De daders van 1943 werden in 1944 de helden van de bevrijding. Vele kindslachtoffers werden enkele dagen na het bombardement naar familie of kennissen gebracht, ver weg van Mortsel. Tijd om te rouwen, te vertellen of vragen te stellen kregen ze niet. Verder doen, dat was de oplossing. Tientallen jaren spraken veel slachtoffers van 5 april nooit over de gruwel die hen overkwam, zelfs niet tegen hun eigen kinderen.

Jammer genoeg zijn de Mortselse slachtoffers niet de enige. Het resultaat is dat tot vandaag duizenden Belgen met een onverwerkt trauma moeten leven. De oorlog heeft hen voor altijd getekend. Hun verhaal vertellen helpt, maar het heelt niet alle wondes. Dat kan niet meer, daarvoor is het te laat. Wat wij nu vooral moeten doen, is alle oorlogsslachtoffers erkennen in hun leed, naar hen luisteren en samen met hen herdenken.

Wanneer ben je een oorlogsslachtoffer?

Vluchtelingen moeten vandaag bewijzen dat ze oorlogsslachtoffers zijn om erkenning te krijgen. Hoe definieer je dat? Hoe bewijs je dat je elke dag in angst leeft? Soms heb ik de indruk dat je verhaal berekenbaar moet zijn, of je wordt niet erkend.

En dan zijn er nog de vooroordelen, die we gewoon lijken te zijn geworden. Op straat hoor je vaak hoe mensen – zelfs ouderen die de oorlog nog hebben meegemaakt – bijzonder streng zijn voor asielzoekers. Op café moet ik mij verdedigen als ik opwerp dat ik iets wil doen voor de vluchtelingen.

Een half jaar geleden schreef ik een opiniestuk waarin ik  de huidige asielcrisis vergeleek met de exodus van de Belgen in 1914 en 1940 (hier te lezen). Ik kreeg veel mooie reacties, maar ook hatelijke. Dat ik dan maar zelf mijn huis, job en vrouw moest afgeven… Dat ik een verrader was… Of een gek. Ik werd beschimpt omdat ik die opinie durfde hebben. Moeten we ons geen vragen stellen als heel wat mensen elke maatschappelijke en historische discussie weigeren en afblokken met haatmails en dreigende taal?

Veel mensen kiezen de gemakkelijke weg, die van de oneliners en de beangstigende incidenten. Dat vluchtelingen naar hier komen om te profiteren van onze welvaart… Of dat ze de islam verspreiden… Of onze vrouwen verkrachten… We laten ons leiden door de angst. We vergeten dat wij en zij gewoon maar mensen zijn. Waarom kiezen we niet eens hoop als onze leidraad? Of naastenliefde als we toch onze godsdienst erbij willen halen?

Elke mens is een verhaal

Graag wil ik  een oproep doen om onze eigen oorlogsslachtoffers te ontmoeten. Voor je hen beoordeelt, luister. In plaats van hen te tellen, ontdek hun individuele levens. Spreek met je ouders, grootouders, overgrootouders, met de oudere dame in de straat die altijd achter haar gordijntje staat te gluren. Wat hebben zij meegemaakt? Wat is hun verhaal? Dan kijk je misschien anders naar de huidige oorlogsslachtoffers, begrijp je beter hoe het moet zijn om elke dag bommen te horen vallen.  Geef hen een gezicht. Want het zijn mensen, allemaal, net zoals jij en ik.

7 gedachten over “Wat we kunnen leren uit de oorlogsverhalen van onze grootouders

  1. Ik ben oudstrijder van de 6e Infanterie Divisie , 9e Linieregiment, Klas 39 , heb veel gezien na de inval van de vijand op10 mei 1940

  2. Op Facebook kreeg ik deze reactie op het opiniestuk:

    Pieter, Het boek heb ik nog altijd niet kunnen lezen…. of ik ga kijken, dat weet ik nog niet …. Het drama van Mortsel, mijn mama heeft er zo vaak over verteld. Ze was een meisje van 13 toen het gebeurde, en haar verhalen hebben mij eigelijk ook getraumatiseerd….. Toen je aan je boek werkte en getuigen zocht, heb ik een aantal keren overwogen om je te contacteren en in naam van mijn mama te spreken Zij was op dat moment al ziek en we wilden er haar niet mee belasten. Heel mijn kindertijd heeft ze vaak over de oorlog verteld en achteraf gezien denk ik dat ze het zo probeerde te verwerken. Wat ik later van mijn schoonvader hoorde, hij heeft het pas kunnen verwoorden toen hij stervende was, heeft mij ook nog eens een keer heel diep geraakt… Zijn verhaal intrigeert mij zeer erg tot op de dag van vandaag en ik zou eigenlijk willen zoeken naar mensen die kunnen bevestigen wat hij vertelde. Waarschijnlijk is het daarvoor te laat, maar het laat me niet los en telkens ik iets lees of hoor over die dag in april en bv bij elke herdenking, komt het allemaal weer boven. Ik ben dan wel geen oorlogsslachtoffer in de letterlijke zin, maar toch zitten de tranen van Mortsel ook in mij…..

    Hoe dan ook heb je met je opzoekwerk en je boek ( ja nog niet gelezen dus wellicht ) heel knap werk verricht. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat het bijdraagt tot bewustwording en dat er eindelijk iets verandert …..

    Rozemarijn De Cleene

  3. Nog een reactie:

    Mijn moeder, Louisa Drappier (85 jaar ondertussen) heeft dit bombardement overleefd samen met nog twee meisjes van haar klas. Op luttele seconden is ze al haar vriendinnetjes inclusief haar eigen zusje verloren. Een trauma dat haar leven lang heeft achtervolgd en nu, nog steeds, kan ze er maar moeilijk over praten.

    Carine Decoo-Vanwelkenhuysen

  4. Een reactie van een getuige:

    Monique Verswijvel en ik waren de enige overlevenden uit éen klas in St.Vincentius. Wij zijn gaan lopen toen de zuster ons zei op ons knietjes te gaan zitten en bidden. Wij konden nog net door de deur ontsnappen en weglopen. Tot de concierge van de school naar ons riep: “ga op de grond liggen.” Hetgeen ik ook deed. Monique was verder gelopen (ik denk dat zij nog leeft), ik ben onder een stuk muur terechtgekomen en diezelfde concierge heeft mij onder het puin vandaan gehaald. Ik had juist enkele schrammen en ben doorgelopen naar huis, op de Statielei. Mijn moeder was mij intussen gaan zoeken en toen ze bij de school kwam vroeg zij waar de 2e klas was en toen wees men haar de put met al de leerlingen van mijn klas. Ik had over het Gemeenteplein moeten lopen waar niets dan lijken lagen en een brandende autobus. Uiteindelijk is mijn familie er goed van af gekomen. Maar ik zie het nog voor mijn ogen en de geluiden van de vliegtuigen die zo laag vlogen vergeet ik ook niet. Nog steeds als er een vliegtuig over komt schrik ik! Het was immers begonnen met het stukgaan van de ruiten van het klaslokaal en de kasten die verschoven door de luchtdruk. Enkele minuten later en we hadden niet meer kunnen weglopen. Wij waren de gelukkigen.

    Jenny Turfkruyer

  5. 75 Jaar na het dodelijke bombardement op Mortsel werd dit op verschillende manieren herdacht

    Op zaterdag 7 april was er een herdenkingsplechtigheid op het kerkhof van Mortsel Dorp met officiële inhuldiging van het vernieuwd ere perk.

    De burgemeester van de stad Nijmegen was eveneens uitgenodigd. Ook die stad werd getroffen op het einde van de tweede wereldoorlog door een zwaar bombardement (eveneens friendly fire) dat het leven koste aan meer dan 800 mensen, waaronder ook daar talrijke kinderen.
    De burgemeester liet in zijn plaats ‘de geschiedenis’ spreken bij monde van de historicus Joost Roosendaal. Deze begon zijn toespraak met het verhaal van de vrouw die zei, toen ze foto’s zag van de verwoeste binnenstad van Nijmegen: ‘daarmee begrijpen jullie ons! daardoor kunnen jullie zich voorstellen wat wij meegemaakt hebben!’
    Aan het woord was een Syrische vrouw, gevlucht uit Aleppo, totaal verwoeste stad, getuige van dood, vernieling en puin. Zij werd door de stad Nijmegen samen met 3000 andere vluchtelingen gastvrij opgevangen na hun lange gevaarlijke vlucht voor dood en vernieling.
    De stad Nijmegen heeft haar conclusies getrokken uit wat haar burgers overkwam in 1944. De gevolgtrekkingen van de herinneringen aan deze gruwel waren overduidelijk. Mensen die in hun stad en land slachtoffer worden van zulke verschrikkingen, van zoveel leed moeten opgevangen worden. Meer dan drieduizend mensen krijgen er de kans opnieuw een menselijk bestaan op te bouwen. Omgerekend naar het bevolkingsaantal van Mortsel zouden wij 500 mensen moeten opvangen. Het zijn er slechts enkele tientallen. Op het hoogtepunt van de vluchtelingen crisis stelden enkele mensen van de Amnesty groep Mortsel en van Groen voor om in de drie leegstaande verdiepingen van de Meerminne (gebouw van het OCMW) , bed, bad en brood te bieden aan de oorlogsvluchtelingen. Dit werd geweigerd door het huidige bestuur. De link met 5 april 1943 werd niet gelegd. De sprekende burgemeesters op de herdenking spraken van ‘nooit meer oorlog’ en ‘geen onschuldige slachtoffers meer’. Deze woorden klonken wel heel hol in de Mortselse realiteit.

    Denise

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s