Impressies van jonge interviewers

Elina: ‘Voor dit gesprek had ik nog nooit met mijn grootvader over de Tweede Wereldoorlog gepraat. Ik durfde niet enorm veel door te vragen bij delicate onderwerpen. Wanneer hij over die onderwerpen sprak, verschoot ik er van dat mijn grootvader zo kalm bleef. Ik kan me niet voorstellen dat ik uiterlijk zo kalm zou kunnen blijven wanneer ik over zo’n pijnlijke herinneringen zou praten. Ik praat nooit echt veel met mijn grootvader, vooral omdat ik niet veel stof heb om met hem te praten.’

Hans: ‘Woensdagmiddag. Mijn grootvader zit al klaar en heeft eigenlijk geen beginvraag nodig om te beginnen te vertellen. Hij is zo gebrand om zijn verhaal te vertellen, ook al omdat hij wel wat heeft meegemaakt tijdens de oorlog. Ik wist dat ik naar hem moest gaan, vooral omdat hij toen we klein waren er al vaak over vertelde. De details en de overtuiging waarmee hij vertelt is gewoonweg fantastisch.’

Sonia: ‘Het vinden van een getuige voor mijn onderzoek was niet zo moeilijk. Via de Witte Gids vond ik gemakkelijk een lijst van verzorgingstehuizen en bij mijn derde poging had ik de juiste instantie te pakken. Natuurlijk begon ik niet onmiddellijk met het voorlezen van de vragen op mijn lijst, maar ik stelde me eerst voor en legde uit waarvoor het gesprek gebruikt zou worden. Ik vertelde dat ik zelf uit een oorlogsland afkomstig was, Afghanistan, en dat we ook moeilijkheden meegemaakt hadden. Ik verzekerde Maria dat ze aan haar kant niet gedwongen zou worden om over haar echte privéleven te praten.’

Marjolein: ‘Ik heb mijn oma geïnterviewd. Zij was tien jaar toen de oorlog begon en heeft als oudste kind van het gezin de hele oorlogstijd bewust meegemaakt. Omdat er zoveel herinneringen bij haar naar boven kwamen, sprong ze vaak van het ene onderwerp naar het andere. Toen ik verder informeerde naar het verhaal van mijn opa, die op het einde als collaborateur gevangen werd gezet, wilde ze weinig vertellen. Mijn opa was volgens haar géén collaborateur. Deze benaming blijkt nog zeer gevoelig te liggen. Mijn opa was wijsgemaakt dat hij tegen de communisten aan het Oostfront zou strijden, maar kwam in het Duitse leger terecht.’

Nathan: ‘Ik ging naar mijn oma om haar een gelukkige nieuwjaar te wensen samen met mijn moeder. Ze wist van het interview en na de wensen begonnen we eraan. Tot mijn grote verbazing kon ze over het onderwerp heel helder praten. Ik vond het leuk om er over te spreken met haar. Ze verraste mij met haar anekdotes en de sterke wendingen in haar verhaal.’

Jamila: ‘Het leven tijdens de oorlog was niet gemakkelijk. Toch beseffen we van sommige dingen niet veel of is het moeilijk om het ons voor te stellen. Op sommigen dingen kan je pas vat krijgen als je ze zelf meemaakt. Zoals de angst die men op toen voelde. “Dat is met geen woord te beschrijven”, vertelde Anna tijdens het interview. Ik heb heel veel dingen geleerd en ben Anna dankbaar voor de ervaring die ze met mij deelde.’

Jort: ‘Ik vroeg aan het personeel van het Antwerpse rusthuis Fabiola of ik iemand mocht interviewen. Ze waren heel vriendelijk en vonden het leuk dat ik naar daar kwam voor mijn opdracht. “Er zitten hier zeker oudjes die met u willen babbelen,” zei de verantwoordelijke Nadia. Ik mocht de volgende dag terugkomen voor het echte interview. Ik was best wel zenuwachtig. Misschien vonden ze het helemaal niet leuk om over die tijd te praten? Toen ik aan het rusthuis kwam, mocht ik op een lijst kijken wie het interessantste zou zijn voor mijn opdracht. Ik kreeg een lijst van alle mensen die er verbleven samen met hun geboortedatum. Natuurlijk vroeg ik de hulp van het personeel: “Wie is er nog goed bij? Wie praat er graag? En wie kan nog goed horen (ze konden allemaal niet meer goed horen)?

Toen zeiden ze: “Marieman, die doet graag een klapje, he!” Zij werd mijn eerste getuige. Deze dame was net 97 geworden en zij was 26 toen de Tweede Wereldoorlog begon. Het personeel zei me dat ik gewoon heel luid en duidelijk moest praten en dat het dan wel goed zou gaan. Het interview verliep niet zo vlotjes, omdat deze dame echt oud was. Ze antwoordde op elke vraag eerst met: “maar manneke, dat weet ik niet meer, ik ben niet meer van de jongste, hé”, maar door de vragen te verduidelijken of ze gewoon op een andere manier te stellen ging het al wat vlotter. Toen het interview afgelopen was en zij het ook heel duidelijk beu was en gewoon verder televisie wou kijken, dacht ik: “Ik heb nog niet genoeg informatie voor mijn onderzoeksopdracht en ik ben nu in het rusthuis waar het krioelt van de getuigen.”

Ik ben terug naar het personeel gegaan en gevraagd of ik nog iemand mocht interviewen. “Matrijn, Martijn vertelt graag over de oorlog toch?” zeiden ze tegen elkaar. Die naam had ik de vorige dag ook al horen vallen dus ik wilde hem graag ontmoeten. We gingen samen naar het derde verdiep en ik moest op de gang wachten want Martijn was waarschijnlijk aan het slapen. Toen hij wakker was en een beetje doorhad over wat het allemaal ging, mocht ik binnenkomen. Bij Marieman had ik vragen voorbereid maar bij Martijn kwam ik binnen en ik ben gewoon zonder voorbereiding beginnen praten het hem. Hij wist er duidelijk veel meer over dan Marieman hoewel hij ook al een oud man is, geboren in 1918. Hij was voor zijn leeftijd nog goed in orde elkel had hij serieuze hoorproblemen. De verpleegster zei me dat ik in zijn oor moest roepen als ik hem een vraag stelde. Eerst was ik er wat lastig door maar ik zag dat hij het zo gewoon was dat mensen in zijn oor roepen dus na de eerste tien minuten ging het veel vlotter. Martijn was echt een prater tegenover Marieman, maar wel een koppig man. “Mijn achternaam krijg je niet, daar heb je geen zaken mee!” Dit respecteer ik, ik ga deze man dan zeker niet verplichten om zijn volledige naam te geven als hij dit niet wilt en persoonlijk vind ik dat het geen verlies doet aan het interview. Ik heb lang met hem op zijn kamer gezetten.

Matrijn vertelde ook over totaal andere dingen en ik zag dat hij er plezier in had, dus ik liet hem maar praten. Op sommige momenten begon hij plots te lachen en hij had zo’n sympatieke lach dat ik elke keer zelf ik de lach schoot. Na dit interview voelde ik me al veel beter over hoe het gegaan is. Ik heb er bewust voor gekozen om niets op te nemen, maar gewoon aandachtig te luisteren en notities te nemen van kernwoorden zodat ik erna het verhaal kan uitschrijven. Ik heb heel de namiddag in het rusthuis geweest. Eerste zag ik er wat tegenop omdat ik het niet zo’n aangename plek vind. Mijn grootvader heeft de twee laatste jaren van zijn leven ook in een rusthuis gezetten en hij vond het een hel, hij zei het niet met die woorden maar je kon het afleiden van zijn gedrag. Maar al bij al is het echt goed meegevallen en ben ik blij dat ik het interview heb gedaan met twee volledig vreemde mensen.’

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s