De komende weken stel ik het boek voor in verschillende boekhandels. Klik op deze link voor de planning. Hopelijk tot een van deze geuzenfeestjes!

Vandaag verschijnt mijn negende boek In opstand!. Het is de geschiedenis van de geuzen: de opstandelingen die van 1565 tot 1578 aan de basis lagen van de Tachtigjarige Oorlog. Al jaren droomde ik van een boek over een ander onderwerp dan beide wereldoorlogen. Wel wilde ik mijn typische werkwijze hanteren: het vertellen van een onterecht vergeten geschiedenis aan de hand van persoonlijke getuigenissen. Dat heb ik gedaan, al was dat een bijzondere uitdaging met zestiende-eeuwse bronnen. Alleen zo kon ik echter een verhaal schrijven dat de Nederlanders een andere blik biedt op de hun bekende Opstand en dat de Vlamingen leert dat dit verleden ook het hunne is. Na vier jaar harde schrijfarbeid ligt mijn geuzenboek eindelijk in de boekhandel. In dit blogbericht vertel ik hoe en waarom ik deze klepper schreef.

Wie waren de geuzen?

De geuzen vormden een bonte groep rebellen die in de jaren 1560 in opstand kwamen tegen de katholieke onderdrukking, het Spaanse bewind van Filips II en de behoudsgezinde regering in Brussel. Deze geschiedenis startte met honderden edellieden die meer tolerantie eisten. In 1566 dienden ze een smeekschrift in bij koning Filips II, met daarin de vraag om te stoppen met het vervolgen van protestanten. Wat volgde, was een algemene polarisatie en een poging van de regering om de geuzen met geweld de mond te snoeren. Maar de opstandelingen boden weerstand.

Al snel werd de geuzenopstand meer dan een religieuze rebellie vol beeldenstormen en geloofsvervolgingen. In de daaropvolgende bloedige jaren vonden de diverse en verdeelde Nederlanden een gemeenschappelijk project. De opstandelingen waren erg verscheiden, maar droomden wel allemaal van een tolerantere, vrijere wereld waarin ze inspraak kregen in kerk en staat. Bij de geuzen kwamen mensen van alle lagen van de bevolking samen, van alle uithoeken van de Lage Landen. Zo werden ze bepalend voor onze gemeenschappelijke identiteit, terwijl hun strijd de verdere geschiedenis van beide Nederlanden zou bepalen.

De geuzenopstand is 450 jaar oud. Al die tijd zijn hun daden in ons collectieve geheugen blijven hangen, maar de geuzen zelf zijn vaak vergeten. In mijn boek laat ik hen uit de schaduw van Willem van Oranje treden en plaats ik hen vooraan op het podium van het historische toneel.

Meer weten over de geuzen? Klik op deze link!

De bronnen van de geuzengeschiedenis

Ik wil met In opstand! dicht op de huid zitten van de opstandelingen die tussen 1565 en 1578 rebelleerden en vochten voor hun vrijheid. Dat doe ik door toenmalige ooggetuigen aan het woord te laten. Net als in mijn boeken over de wereldoorlogen reconstrueer ik de vergeten geschiedenis aan de hand van egodocumenten als dagboeken en brieven.

Hoe begon ik aan deze historische zoektocht? Ik startte met het in kaart brengen van de uitgebreide kronieken en dagboeken. Bij ijverige chroniqueurs als Godevaert van Haecht in Antwerpen, Marcus van Vaernewijck in Gent en Augustijn van Hernighem in Ieper kreeg ik een inkijk in het leven in de Nederlanden. Het moedige verzet van de geuzen en burgers in onder meer Haarlem, Alkmaar en Leiden kon ik reconstrueren aan de hand van verschillende egodocumenten die dankzij lokaal onderzoek bewaard zijn gebleven. Sinds de negentiende eeuw zijn er gelukkig vele bronnen getranscribeerd, waardoor ze relatief makkelijk toegankelijk waren.

Het zoeken van directe geuzengetuigenissen was een tijdrovende en moeizame opdracht. Tot ik er hoofdpijn van kreeg, tuurde ik naar de ingescande brieven die de geuzen naar Willem van Oranje stuurden om eruit te kunnen citeren (zie website Resources Huyghens). In negentiende-eeuwse publicaties zocht ik urenlang naar andere brieffragmenten. Dankzij het werk van de gulle historici die al jarenlang de opstand onderzoeken, kon ik bijvoorbeeld gebruikmaken van getuigenissen die toenmalige ordehandhavers verzamelden en van de akelige verslagen van de verhoren (onder foltering) die de gearresteerde geuzen moesten ondergaan. Zo kan ik zelfs de bos- en watergeuzen zelf aan het woord laten.

Een belangrijk deel van de bronnen over de geuzen is geschreven door mensen die zich niet met hen identificeerden. Meer nog, heel wat van de dagboeken of kronieken die bewaard gebleven zijn, waren van geuzenvijanden. Op die manier werd het mogelijk om een genuanceerd beeld te schetsen van de opstand, want lang niet alleen de geuzen krijgen het woord. Zo citeer ik meermaals de katholieke broeder Wouter Jacobsz, die vanuit zijn vluchtoord in Amsterdam de geuzen beschuldigde van vreselijke wandaden en die weinig medelijden toonde wanneer de opstandelingen ter dood werden gebracht.

Een historische ervaring beleefde ik toen ik tijdens het onderzoek in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel het dagboek van Martin De Mil in handen kreeg. Deze Bruggeling vocht tegen de geuzen. Het was bijzonder om een 450 jaar oude bron te lezen. Bovendien is dit document nog nooit in een historische studie gebruikt.

De prenten van Frans Hogenberg

Naast de geschreven bronnen ben ik aan de slag gegaan met volksverhalen, geuzenliederen en de intrigerende gravures van Frans Hogenberg. Die laatste heb ik een prominente plaats gegeven in het boek door bijna uitsluitend zijn toenmalige nieuwsprenten als illustraties te gebruiken. In totaal prijken er maar liefst honderd prenten van Hogenberg in het boek. In Opstand! is dus ook zijn verhaal geworden.

Vrouwen: onze moederlandse geschiedenis

Het was niet evident om onze overdreven mannelijke geschiedenis wat meer vrouwelijke hoofdrolspelers te geven. Nochtans stonden honderden ‘geuzinnen’ (ik gebruik dit woord niet, want de geuzen waren zowel mannen als vrouwen) vooraan op de barricades in de jaren 1560 en 1570. Maar de meeste haalden de geschiedenisboeken niet. Ik stond dus voor een schier onmogelijk opdracht.

Toch ging ik op zoek naar vrouwelijke geuzen. Snel botste ik op de bijzondere verzetsdaden van vrouwen zoals Kenau in Haarlem, Trijn Rembrands in Alkmaar of Trijn van Leemput in Utrecht. Maar zij waren geen echte rebellenleiders. Ik gaf niet op en zocht onvermoeibaar voort, tot ik verhalen vond als dat van Catharina van Boetzelaer, die in haar kasteel in Aalter de eerste geuzen samenbracht, en dat van Amalia van Nieuwenaar, die aan de zijde van haar man Hendrik van Brederode beschermvrouw werd van opgejaagde geuzen.

En toen ontdekte ik via historicus Violet Soen een vrouw die een van de hoofdpersonages zou worden van In opstand!: Petronella van Praet. Deze zestiger ontpopte zich aan het begin van de opstand tot de ‘moeder der geuzen’. Vanuit haar familiekasteel Batenburg deed ze meer dan het lokaal beschermen van de calvinisten en beeldenstormers. Ze moedigde haar zonen én dochters (en nicht Catharina van Boetzelaer) aan om elk hun bijdrage te leveren aan de opstand. Ze betaalde er de hoogste prijs voor, want na enkele jaren was haar geuzenkroost verbannen of verslagen. Ze zou vier zonen verliezen aan de opstand die ze mee heeft doen losbarsten.

Brandend actueel: samen in opstand!

De geuzengeschiedenis is misschien 450 jaar oud, ze lijkt nog brandend actueel. De geuzen kwamen in opstand tegen hun eigen regering: ze daagden de centrale macht uit. Dat gebeurde eerst beleefd met de oprichting van het Eedverbond der Edelen door de Nederlandse edellieden. Met hun Smeekschrift vroegen zij in april 1566 om religieuze tolerantie. Toen een katholiek regeringslid hen zou hebben uitgemaakt voor gueux (bedelaars), namen de opstandelingen die geuzennaam aan. Vanaf dan protesteerden ze door zich te verkleden als bedelaars. Ze deelden geuzenpenningen uit en de mannen lieten een weelderige Turkse snor groeien want ze waren ‘liever Turks dan Paaps’, liever onder de islam dan onder het katholicisme. Overal in de Lage Landen drukten mensen hun steun uit aan de geuzen door bijvoorbeeld oorbellen met bedelnapjes te dragen. Zo werkt volksprotest vandaag nog steeds. Denk maar aan het knippen van de haren om de moedige Iraanse vrouwen te steunen of het dragen van de Oekraïense kleuren. Soms worden bij wijze van statement symbolen aangevallen, zoals het smijten van eten naar kunstwerken, een actie die volgens de protestvoerders meer verontwaardiging oplevert dan de bedreiging van onze planeet. Tijdens de opstand vielen de geuzen katholieke symbolen aan. In hun propaganda toonden ze hoe zij bezig waren met het ware geloof, terwijl de katholieken hun heil zochten in bijgeloof, machtspolitiek en onderdrukking.

Geuzenpropaganda: links de katholieken die bidden tot de paus die op het zevenkoppig monster van de Apocalypse rijdt; rechts de beeldenstormers die in geuzenoutfit mét Turkse snor de katholieke beelden en symbolen wegvegen. (© Rijksmuseum).

De polarisatie in de zestiende-eeuwse samenleving deed ontsporen wat begon als een religieus protest. De geuzen vreesden terecht dat ze dat protest met hun leven konden bekopen. In augustus 1566 liep het compleet uit de hand met een beeldenstorm waarbij talloze katholieke geloofsvoorwerpen eraan moesten geloven. De reactie van de regering was onverbiddelijk: de geuzen werden bestempeld als protestantse geweldenaren. Op veel gehoor moesten de edelen niet meer rekenen. De geuzen kozen de vlucht vooruit en begonnen zich voor te bereiden op een gewelddadige opstand. Die startte in Valencijn, waar de geuzen zich eind 1566 hadden verschanst. De stad werd belegerd en beschoten door de eigen regering. Eind maart 1567 zou Valencijn vallen. De opstandelingen werden zonder medelijden ter dood gebracht.

Verregaande polarisatie en autoritaire regimes die hun eigen bevolking met geweld onderdrukken, het is jammer genoeg niet alleen geschiedenis. Hoe verschillende onze samenleving ook van de zestiende-eeuwse is, de menselijke processen blijven dezelfde. Van Rusland tot Syrië, kritische stemmen worden nog steeds met geweld de mond gesnoerd.

Na de eerste jaren vol mislukte opstanden, zouden de geuzen een breedgedragen beweging worden die de Nederlanden verenigde. De gewone bevolking was aanvankelijk niet geneigd om de kleine groep geuzen te steunen. Het merendeel was immers katholiek en bovendien was al dat geweld slecht voor de economie. Maar de natuur hielp de geuzen een handje. Midden jaren 1560 was het begin van de zogenaamde Kleine IJstijd, een periode van wereldwijde klimaatverandering. De winters werden zo extreem dat rivieren als de Schelde en de Maas volledig toevroren. De economische hoogdagen van de Lage Landen waren al even voorbij. Het tekort aan graan en brandstof deed de prijzen ongekende hoogtes in schieten. De constante dreiging van oorlog en een nieuwe misoogst bracht de bevolking tot het besef dat de toekomst er nog soberder uitzag. In 1570 bereikt de rampspoed een hoogtepunt met de Allerheiligenvloed, waarbij naar schatting 20.000 mensen verdronken.

Steeds meer mensen die aanvankelijk wantrouwig stonden tegenover de geuzen, kregen sympathie voor hun opstand. Al was het maar omdat de regering en de Spaanse overheid meer bezig leken met onderdrukking dan het aanpakken van de echte problemen, zoals die gelinkt aan het klimaat. Bovendien plande de landvoogd Alva om nieuwe vaste belastingen in te voeren, de zogenaamde tiende penning. Mensen voelden zich uitgeperst, terwijl zij het slachtoffer werden van inkwartieringen, plunderingen en ander geweld door de koninklijke troepen. Mensen die het moeilijk hebben, zijn geneigd om te radicaliseren. En in de zestiende eeuw boden de geuzen een alternatief voor de gehate en gevreesde regering.

Ook dat klinkt allemaal bekend in de oren. Vandaag zien we polarisatie toenemen. Bevolkingsgroepen staan met geslepen messen tegenover elkaar, zelfs in grote democratieën als de VS. Klimaat veroorzaakt diepe armoede, honger en ongelijkheid, en we staan nog maar aan het begin… Europa wordt verscheurd door inflatie, energiecrisis en klimaatonheil. Net als in de zestiende eeuw vinden we als samenleving maar moeizaam een uitweg, een gezamenlijk project voor de toekomst dat gestoeld is op hoop en niet op angst.

Nog een laatste vergelijking: het geweld. In opstand! is een bloedige geschiedenis. Aan het front – langs beide zijden – bestond het merendeel van de troepen uit huurlingen. Dat waren vaak vreemde soldaten, mannen die de streek niet kenden. Ook de Spaanse militairen kwamen in de Nederlanden over als een buitenlandse bezettingsmacht. Hun aanwezigheid in onze streken zorgde voor een verdere polarisatie. Vanaf 1572 liep dit meermaals uit de hand bij plunderingen en moordpartijen die bekend waren als de Spaanse furie. Duizenden onschuldige burgers werden daarbij het slachtoffer van de genadeloze agressie van de troepen die eigenlijk de geuzen kwamen bestrijden. Ook deze harde repressie van het gewone volk klinkt bekend, denk maar aan de Russen die oorlogsmisdaden begaan in Oekraïense dorpen en steden. Soms lijkt de geschiedenis zich te herhalen. In 1576 werd de stad Antwerpen gestraft voor haar steun aan de geuzen en haar verzet tegen de Spanjaarden. Tijdens en na gevechten in de Antwerpse straten, werden duizenden burgers vermoord en ging onder meer het prachtige nieuwe stadhuis in vlammen op. Deze verschrikking staat afgebeeld op de kaft van In opstand!. Om het met de woorden van mijn uitgever te zeggen: Antwerpen toen is Marioepol vandaag.

Brandend stadhuis tijdens de Spaanse furie in Antwerpen, november 1576 (© Frans Hogenberg, boek Karel Kinds).

Wij zijn geuzen!

Aan een geschiedenis van bijna zeshonderd pagina’s heb ik een nabeschouwing toegevoegd. Daarin besluit ik dat de geuzen voor altijd onze identiteit hebben bepaald. Hun opstand verenigde de verdeelde Nederlanden, gaf een gemeenschappelijke droom aan mensen die zich voorheen niet met elkaar identificeerden. We mogen ons bewust zijn van onze geschiedenis. Dat biedt ons hoop, misschien enkele antwoorden en vooral het besef dat 450 jaar geleden de mensen met gelijkaardige uitdagingen geconfronteerd werden als wij vandaag en dat ze toen ook niet wisten hoe verder geweld en onrechtvaardigheid te vermijden. Maar uiteindelijk vonden ze elkaar, maakte ze onderling vrede en keken ze samen opnieuw hoopvol naar de toekomst. Laat dat een troost zijn in de huidige verwarrende tijden.

Ik hoop dat ik met mijn boek het historisch besef kan aanwakkeren. De geuzen mogen opnieuw bekend worden, zodat ons verleden in al zijn complexiteit bekend wordt. Na vier jaar van onderzoek en schrijven, wil ik nu graag de geuzenverhalen met jullie delen. Ontdek onze geschiedenis! Vive le geus!

Kom je graag naar een van de boekvoorstellingen of signeersessies? Klik hier voor de planning!

Een gedachte over “Waarom ik de geschiedenis van de geuzen schreef

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s