Afgelopen zondag 24 januari was ik te gast op het programma In de kijker van onze lokale Radio Zuidrand. Ik mocht twee uur lang met hen praten over mijn acht boeken en over acht muziekstukken die ik eraan gekoppeld heb. Maar we spraken ook over lesgeven, moedige jongeren in coronatijden, papa en zoon zijn. Op het einde van dit blogbericht heb ik nog een oproep voor jullie!
Hieronder zijn de verschillende stukken van het interview te herbeluisteren. Door op de links in de tekst te klikken, krijg je meer info over de boeken. Dus dit is meteen ook een fijn overzicht van mijn acht boeken. De muziek heb ik uit de opnames gemonteerd, om de rechten van de muzikanten te respecteren. Ik vervang ze met YouTubefilmpjes en op het einde een Spotifylijst.
Het eerste nummer dat ik koos was Erla’s waltz van de IJslandse pianist Olafur Arnalds. Erla was tevens de naam van de vliegtuigfabriek in Mortsel die op 5 april 1943 door Amerikanen werd gebombardeerd. Over dit drama schreef ik mijn eerste boek Tranen over Mortsel. Arnalds gaf me zonder het te beseffen een melodie voor het vergeten drama. Ik sprak over het bombardement en mijn engagement in de herdenkingsvzw. Je kan het mooie pianonummer hieronder via YouTube beluisteren.
Een lied dat bij mijn tweede boek Oorlogsdagen kiezen, vond ik niet zo gemakkelijk. Ik wilde geen typisch WO1-lied, want die gaan steeds over de loopgraven terwijl mijn tweede boek gaat over de bezetting. Mijn keuze viel uiteindelijk op het waanzinnig mooie fruit tree van de betreurde en treurende Nick Drake. Zo’n muziek brengt me altijd in de melancholische sferen die soms nodig zijn om te kunnen schrijven. ‘Life is but a memory’, het vat het voor mij allemaal samen. De 32 dagboekschrijvers uit Oorlogsdagen zijn ook maar een herinnering aan een vergeten geschiedenis, die ik met mijn tweede boek opnieuw aandacht wilde geven.
Mijn derde boek Zo was onze oorlog is een geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in België op basis van een jongerenproject, waarbij een 800tal scholieren getuigen van de oorlog interviewden. Geen grote tactische veldslagen of herkauwde anekdotiek over Hitler, maar wel het dagelijks oorlogsleven met rantsoenzegels, schuilkelders en spanningen tussen wit en zwart. De rode draad in deze bijzondere geschiedenis werd gevormd door de verhalen van mijn eigen grootouders. In mijn zoektocht vond ik de foto rechts: mijn West-Vlaamse grootouders Roger en Denis Depuydt enkele jaren na de oorlog. Daarom dat liedje van Charles Trenet: La mer (een fantastische live versie)…
Als vierde koos ik het geweldige Ik heb een keukentje van de Ramblers. Waarom? Deze liedjes werden gezongen door de jongens van mei 1940, de zogenaamde CRAB’s. Ze schreven er zelfs eigen teksten over! In hun spoor trok ik samen met Hans Boers en Karel Strobbe om het boek Van onze jongens geen nieuws te schrijven. Een heerlijk filmpje van dit liedje, zie je hieronder, mét als fijne extra een uitleg over hoe platen gemaakt werden.
Ik sprak met de radiomakers over mijn overstap van WPG/Standaard Uitgeverij naar Horizon en mijn laatste vier boeken die daar uitkwamen. Ik koos het nummer Oh my father, I am Joseph van Moddi, hieronder in een prachtige live versie. Hij coverde dit verboden, Palestijnse liedje waarin de Bijbelse Joseph aan God vraagt waarom zijn broeders hem pijnigen, uitsluiten en doden. Dit past voor mij bij het verhaal van Louis Boeckmans, de 97-jarige verzetsman wiens verhaal ik optekende in het boek De laatste getuige. Vertaal gewoon die eerste zin: onze vader, ik ben Louis…
Een nummer om het verhaal van de 103-jarige Eva Fastag te bevatten is er niet. Maar voor mij komt Here comes the river van Patrick Watson aardig in de buurt. Het gaat over overdonderd worden en zo voelde ik me toen ik haar in Israël dagenlang sprak. Dit lied weerklinkt in mijn hoofd als ik nadenk over haar verhaal als slachtoffer van de Holocaust, de gedwongen typiste van Dossin, de moedige verteller 75 jaar later.
Op het einde werd ons gesprek persoonlijker. We hadden het over mijn lieve familie en – jawel! – ons derde kindje dat we in juni verwelkomen. We sloten af met twee laatste liedjes. Eerst kwam Wannes Van de Velde aan bod met zijn Von Braun, over de bekende uitvinder van de V2-raket. De Antwerpse stadszanger maakte de V-bommenterreur zelf mee en is een van de getuigen in mijn boek Elke dag angst. Hij overleefde de dodelijke inslag op de Lange Doornikstraat. Het liedje kan je hieronder in twee versies beluisteren: de eerste normale opname en de tweede een liveversie, met uitleg van mij op Radio 1 en mét foto’s van de bekendste V-inslagen op Antwerpen.
Het laatste nummer dat ik koos komt uit mijn boek Het elfde uur. Daarin vertel ik de waanzinnige geschiedenis van de laatste 24 uur van de Eerste Wereldoorlog. Elk hoofdstuk behandelt één uur, van 11 uur 10 november 1918 tot de wapenstilstand 11 uur 11 november 1918. Net voor dat verlossende elfde uur spraken enkele Britten ergens in Vlaanderen af om het oorlogseinde samen in te zingen. Dat deden met de toenmalige anti-oorlogshit Good bye-ee over een Britse luitenant die naar de oorlog trekt met de idee dat hij glorieus voor het vaderland zou vechten. ‘En zo zeiden wij vaar-wel aan het granaatvuur’, besloot hun officier. Het verhaal over het lied is ook te beluisteren in mijn eigen podcast, die ik voor radio Klara maakte. Er is een schitterende versie uit de musical Oh what a loverly war:
De acht nummers luisteren kan ook via Spotify. Ik heb een speciale afspeellijst gemaakt, die je hieronder vindt. Ken je nog muziek die aan een van mijn acht boeken kan gekoppeld worden? Dan hoor ik het graag. Plaats je reactie hieronder, leg uit waarom je dit nummer kiest en ik neem het op in de afspeellijst!
Met dank aan Steven voor de muziek en Walter, Johan en Peter voor het fijne gesprek.


