1594. ‘De moeder der geuzen’ keek terug op een lang leven. 93 jaar eerder werd ze geboren. Ze was een jaar jonger dan keizer Karel V. Toen ze zestien was nagelde Maarten Luther zijn 95 stellingen aan de kerkdeur. Toen ze achttien was begon Cortes aan zijn allesvernietigende invasie van het Aztekenrijk. Ze beleefde bijna de hele zinderende zestiende eeuw van op de eerste rij. Toen de opstand in de Nederlanden uitbrak, vervulden zij en haar kinderen een bepalende rol. Toch is ze vergeten. Ik geef deze geuzenleider haar verdiende plaats vooraan op de historische bühne.

Luister hier naar de NPO1-podcast van Het spoor terug over de moeder der geuzen.

In In opstand! krijgt Petronella van Praet als ‘moeder der geuzen’ een hoofdrol toebedeeld. Ze was de weduwe van de Gelderse edelman Herman van Bronckhorst en Batenburg en zo dus de moeder van de zogenaamde ‘kinderen van Batenburg‘. Ze was overtuigd calvinist en geuzenleider, geboren in 1501. Vanuit de familiekastelen Batenburg en Stein stuurde ze haar kinderen en haar nicht Catharina van Boetzelaar aan om in opstand te komen. Ze had veelvuldig contact met de geuzenpredikant Herman Moded.

Zie In opstand! p. 53, 56, 58 – 60, 68, 71, 94, 95, 96, 98, 102, 141, 144, 164, 165, 212, 214, 229, 376, 382, 394, 545, 553, 559, 560.

Uitgebreide biografie (spoilers)

Petronella van Praet van Moerkerke (1501-1594) was een edelvrouw die een belangrijke rol speelde in de eerste jaren van de geuzenopstand. Ze was de dochter van Catharina van Egmont (een bastaarddochter van een tak van de grafelijke Egmontfamilie) en Lodewijk van Praet van Moerkerke. Haar zus Françoise trouwde met Rutger van Boetzelaer. Beide gezinnen onderhielden nauwe banden. Petronella trouwde in 1528 met Herman van Batenburg en Bronckhorst, de heer van onder meer de domeinen Batenburg en Stein. Hun kinderen werden bekend als de Kinderen van Batenburg.

In 1556 overleed haar echtgenoot, waarna zij het heerschap over de familiedomeinen overnam in plaats van hun oudste zoon Willem, die als officier regelmatig van huis weg was en zelfs even krijggevangen werd genomen. In haar positie als feodale domeinvrouw schrok Petronella niet terug om in te gaan tegen de instructies vanuit de centrale regering. Rebelleren deed ze hoe dan ook door haar calvinistische sympathieën. Ze nam predikant Herman Moded in bescherming en nodigde hem regelmatig uit op het familiekasteel. Via haar kinderen en de kroost van haar zus probeerde ze het hervormde christendom te verspreiden over de rest van de Lage Landen. Al zijn er weinig bronnen over haar activiteiten, het is duidelijk dat ze contact had met haar familieleden de broers Jan en Filips van Marnix en misschien zelfs de neven Hendrik van Brederode en Lumey.

Aan de vooravond van de geuzenopstand in 1565 was Petronella van Praet officieel ingeschreven als bannervrouw en vrijvrouw van de familiegronden. Dit eerste was een hogere positie in de adellijke protocol en het tweede betekende dat ze op haar domeinen verregaande politieke macht had (zoals het halsrecht). In die hoedanigheid ga ik ervan uit dat ze aanwezig was op het huwelijk van Alexander Farnese, de zoon van de landvoogdes, in november 1565. Haar zonen waren zeker in Brussel die dagen, waar ze initiatief namen in de oprichting van het Eedverbond der Edelen. In hoeverre Petronella hiervan op de hoogte was, is niet geweten.

De eerste aanwijzing van Petronella’s engagement in de beginnende geuzenrebellie is een brief die ze begin 1566 stuurde aan de Gelderse stadhouder. Daarin ontkende ze staalhard diens aantijgingen dat ze protestantisme toeliet in haar domeinen. Een tweede bron is een brief van haar zoon Karel in de lente van 1566. Karel geeft daarin toe dat hij ondanks haar waarschuwingen om dit niet te doen, toch aangesloten is bij het Eedverbond der Edelen. Hij verdedigde zijn beslissing en die van zijn broers om de geuzen te steunen en herinnerde Petronella eraan dat ze door haar waren opgevoed als verdedigers van het enige ware geloof: “Zo zal u, mijne vrouwe, zich erin plezieren dat zij kinderen heeft die de verdediging van het ware christelijke geloof ter harte nemen.”

Transcript van de brief van Karel van Batenburg aan zijn moeder.

Met de beeldenstormen en radicalisering van verschillende geuzen in de zomer, stond Petronella voor een moeilijke keuze. Moded had mogelijks een cruciale rol gespeeld in de rellen in Antwerpen en haar kinderen zwoeren het calvinisme niet af, ondanks het uiteenvallen van het Eedverbond. Samen met hen koos ze voor een opstand. Vanaf september 1566 waren ze prominent aanwezig op de geuzenbarricades. Petronella organiseerde zelf een geregelde beeldenverwijdering in haar domein en negeerde stoutmoedig de commentaar van haar stadhouder en de centrale regering. De kans is groot dat ze de lijn volgde van Guido de Brès, die eerder op een pacifistische manier de eerste stad in opstand bracht: Valencijn. Niet toevallig volgde kort daarna, in december 1566, de tweede stad: Hasselt. Daar waren de spilfiguren Lumey, Moded en haar dochter Catharina van Batenburg, die vanuit het kasteel Vogelsanck de lokale opstand aanmoedigde.

Begin 1567 werd de eerste geuzenopstand bloedig neergeslagen door de regering. Terwijl Catharina in Hasselt volhield, gingen de jongste (tweeling?)broers Dirk en Gijsbert naar ‘s-Hertogenbosch. Haar schoonzoon en tevens neefje Wessel van Boetzelaer trok samen met Jan van Marnix naar Oosterweel, waar zich een geuzenleger verzamelde. Maar in maart liep het mis. De geuzen in Oosterweel werden door het regeringsleger in de pan gehakt. Marnix en Wessel sneuvelden. Daarna vielen alle opstandige steden.

Op 23 maart 1567 – Palmzondag – riep Petronella al haar kinderen samen op het familiekasteel Stein. Het testament van vader Herman van Batenburg werd voorgelezen. Wat er allemaal besproken is, weten we niet. Maar kort daarna vertrokken de jongsten, Dirk en Gijsbert, met een leger naar Vianen om Hendrik van Brederode te assisteren. Maar die was blijkbaar in Amsterdam. Daar aangekomen bleek de Grote Geus te zijn gevlucht, net als vele anderen. Alva was immers op komst en diens vervolgingsbeleid zijn ongenadig zijn. Zelfs Oranje was naar zijn Duitse familiekasteel Dillenburg wedergekeerd. Dirk en Gijsbert kozen ook het hazenpad, maar werden verraden door een schipper. Ze werden afgevoerd, maar waarschijnlijk door tussenkomst van de Duitse keizer werden ze niet vermoord. In de maanden die volgden deed Petronella er alles aan om haar goede band met de Duitse vorst te gebruiken om haar twee jongsten vrij te krijgen, maar helaas. Toen in de lente van 1568 Oranje en de geuzen hun bevrijdingsoffensief (met zonen Willem en Karel) startten en één overwinning behaalden in Heiligerlee, was de toorn van Alva bijzonder groot. Hij beval de executie van gevangen prominenten. Op 1 juni werden 18 edellieden in Brussel geëxecuteerd, onder wie Dirk en Gijsbert van Batenburg.

Petronella van Praet verdween hierna van het historische toneel. We weten dat ze in 1569 haar bezittingen dreigde te verliezen en haar overgebleven kinderen moesten vechten voor hun politieke voortbestaan en zelfs hun leven. Pas in 1572 kwam er met het slagen van de geuzenopstand in Zeeland en Holland terug hoop voor de getroffen familie van Batenburg. De oudste, Willem, promoveerde zelfs tot militaire rechterhand van Oranje.

Na het sneuvelen van haar zoon Willem in een poging om het beleg van Haarlem te ontzetten in juli 1573, is er weinig bekend over het verdere leven van Petronella. In 1580 stierf ook haar nog enige overgebleven zoon Karel, die in duistere omstandigheden vermoord werd door een Spanjaard. Petronella van Praet stierf in 1594 op 93-jarige leeftijd. Ze had de wereld zien veranderen.

Bibliografie

De belangrijkste informatie over Petronella van Praet is verzameld in de korte, maar belangrijke historische studie Praet, Bronkhorst en Boetzelaer. Adellijke weduwes in de bres voor het calvinisme tijdens en na de Beeldenstorm (1566-1567) van historici Violet Soen en Nina Valkeneers die je kan lezen via deze link. Nina Valkeneers behandelde haar rol in de geuzenopstand ook in haar masterthesis. Daarnaast is er de heldere geschiedenis Het gebeurde in 1568 door Jos Drubers en Janus Kolen van Batenburgs Erfgoed, te lezen via deze link.

In de geschiedschrijving is haar impact vaak genegeerd. Waar ze wel werd vermeld, gebeurde dat vaak neerbuigend, zoals in de gids over het familiekasteel Stein bij Maastricht. De auteur noemt haar ‘de meest merkwaardigste persoon die ooit in het kasteel heeft gewoond’ en betichtte haar dat ‘ze met tussenpozen leed aan vlagen van verstandsverbijstering’. Hij verwijt Petronella dat ‘door haar toedoen eerst het lutheranisme en later het calvinisme in de Batenburgse landgoederen haar intrede deed’, ‘beruchte predikanten werden door haar beschermd en in haar kastelen geherbergd’ en ‘haar onderdanen werden op straffe van geldboeten gedwongen ketterse preken bij te wonen’. Ander opmerkelijk feit in dit opvallend subjectieve historische werk is een aspect van het testament van Herman van Bronckhorst. Daarin stond blijkbaar dat het kasteel Stein overgeërfd zou worden aan de jongste dochter Elisabeth indien de vier zonen niet konden erven (wat gebeurde), wat inging tegen elk mogelijk gebruik. Het zou zorgen voor nog vele twisten en processen in de Batenburgse familiegeschiedenis.

In het Gelders Archief liggen enkele genealogische documenten, meer info via deze link.