Vandaag is het exact 78 jaar geleden dat een Duitse V2-raket 567 doden maakte in de Antwerpse Cinema Rex. (meer hierover door op de link te klikken) Terwijl ik volop bezig ben met de promo voor In opstand! (morgen signeer ik in Standaard Boekhandel Mechelen, van 11 tot 12u!), werd ik gisteren teruggeworpen naar mijn onderzoek over de V-bommenterreur. Elke dag angst verscheen in 2016 en toch word ik nog steeds wekelijks gecontacteerd door mensen die mijn hulp inroepen. Een van hen is Bart De Smaele, een lezer die me ooit al consulteerde over de CRAB’s en een brief aan Eva Fastag stuurde toen die 104 werd. Hij is een gepassioneerd archeoloog van het bureau Hembyse. Ja, diezelfde achternaam als de legendarische Gentse geus Jan van Hembyse. Geschiedenis is een hoopje toevalligheden!

Bart vroeg me advies voor een opdracht die ze uitvoerden op de werf aan de Kontichse Groeningenlei. Daar zouden in november 1944 een V1 en een V2 gevallen zijn. De bomkraters waren nog zichtbaar en gevuld met puin. Ik ken de plek goed, want enkele jaren terug was er de fantastische zomerbar Kafé Kongé. Ik herinner me de overgroeide krater die me toen al deed denken aan een mogelijke V-inslag. Ik hielp Bart en zijn collega’s met het zoeken van de verhalen achter deze twee inslagen. Dankzij de lokale Heemkundige Kring vonden we dit plannetje, waaruit bleek dat er inderdaad twee inslagen waren op het terrein waar Autonatie binnenkort begint te bouwen.

Het verhaal van de bovenste inslag, vlak aan waar vandaag de brug van de Groeningenlei over de E19 gaat, heb ik enkele jaren geleden al ontdekt. Dat was een V2-inslag waarbij één geallieerde militair omkwam. ‘Een soldaat reed juist voorbij met een voertuig’, staat er te lezen in het geheime verslag dat ik vond in het Archief van Evere. ‘Hij is in de gracht geslagen en schijnt op slag gedood te zijn.’ Er wordt ook gesproken over een voorbijfietsende jongen die zwaargewond was.

Geheime verslag van de V-inslag op 10 november 1944, Militair Archief Evere.

Na de publicatie van het boek contacteerde Marcel Wouters mij. Zijn vanaag 85-jarige schoonvader Frans Van Dijck vertelde dat het zijn broer Jozef was die voorbijfietste: ‘Ik woonde samen met mijn ouders en twee oudere broers op een hoeve in Reet. Jos was twee jaar ouder en was op die 10 november toevallig op de verkeerde plaats… Die dag had Jos de opdracht om bij tante Martha en nonkel Miel, beide wonend in Kontich, een boodschap te doen. Hij was ’s morgens met de fiets vertrokken. Nadat hij bij zijn tante, die in het centrum van Kontich woonde, vertrokken was, fietste Jos naar nonkel Miel. Daar is hij nooit aangekomen.’

‘Toen Jos niet thuiskwam, werd er een zoekactie opgezet. Pas de volgende avond, op 11 november, kwam er een Engelse militair op een motor ons erf opgereden met het nieuws dat Jos zwaar gekwetst was overgebracht naar het Pulhof, de school in Berchem. Daar overleed hij drie dagen later, op 16 november. Enkel mijn vader heeft hem kunnen bezoeken. Hij werd nog een week opgebaard in ons huis en dan begraven… in alle stilte. Een aantal jaren later werd het oude kerkhof van Reet opgebroken en wat er toen gebeurde met het graf weet ik niet meer…’ Frans weet nog maar weinig over het drama: ‘Wat er exact met mijn broertje gebeurde weet ik niet. Mijn ouders waren erg stug en probeerden alles te vergeten. Een van mijn enige herinneringen is dat Jos een dag na zijn dood met een kar door een boerenpaard getrokken werd overbracht. Ook later kwam er geen enkel antwoord, niet bij ons thuis, maar ook niet vanuit de overheid. Jos werd zelfs nooit erkend als burgerlijk oorlogsslachtoffer en zijn naam werd dus niet opgenomen op het officiële oorlogsmonument in Reet.’

Jozef ‘Jos’ Van Dijck in 1942. De laatste foto en tot voor kort enige herinnering aan dit oorlogsslachtoffer.

Frans Van Dijck werd emotioneel toen ik hem een kopie van het geheime verslag van de V-inslag van 10 november toonde. Na meer dan 75 jaar was dit de eerste keer dat hij antwoorden kregen over het verlies van zijn dierbare broer. Toen ik Marcel gisteren informeerde over het archeologisch onderzoek wist hij mij iets moois te vertellen: ‘Dit jaar op 11 november 2022 heeft de gemeente Rumst (waarvan Reet een deelgemeente is) een plechtigheid gehouden op het nieuwe kerkhof. Jozef Van Dijck werd bijna dag op dag 78 jaar na het drama, toegevoegd als burgerlijk slachtoffer op het oorlogsmonument. Burgemeester Jurgen Callaerts hield een emotionele toespraak en de broer van Jozef, mijn 85-jarige schoonvader Frans van Dijck was aanwezig met de familie.’

Maar van deze inslag zijn er amper resten overgebleven. Het archeologisch team van Hembyse focuste zich dus op de oude bomkrater op de bouwwerf, langs het voor Kontichnaren bekende fietsweggetje richting Sint-Rita. Het lag vol puin en bouwafval, dus Bart De Smaele en zijn collega’s begonnen op eergisteren voorzichtig te graven om de mogelijke V1-resten niet te beschadigen. Want over wat er zich 78 jaar geleden afspeelde weten we amper iets. Op de kaart hierboven staat 20 november als datum van de inslag, maar daarover is in de archieven of de Kontichse geschiedenis van onder meer Van Passen niets over te vinden. Ik zoek wat breder, in de honderden ingescande papieren met geheime verslagen die in 1944 door de rijkswacht of lokale autoriteiten werden gemaakt. Op basis daarvan vermoed ik dat de krater er kwam door de V1-inslag van 2 november 1944, een week voor de fatale V2 die Jos Van Dijck doodde. Al ben ik lang niet zeker. Het onderzoek naar de meer dan 9000 V-inslagen in België staat nog in zijn kinderschoenen. De geheime verslagen zijn een basis, maar zijn niet erg betrouwbaar. Niet alle inslagen werden geregistreerd, ze waren vaak onvolledig en door de opgelegde geheimhouding is er bij elke inslag een moeizaam onderzoek nodig.

Oké, genoeg historici aan het woord. Nu is het aan de archeologen. Bart had mij op 15 december, gisteren dus, uitgenodigd om een bezoek te brengen aan het terrein waar de tweedaagse opgraving plaatsvond. Na het surveilleren in Sint-Rita fietste ik met een rugzak vol verbeterwerk door de koude langs het hierboven genoemde fietspad. Ik kom aan en zie het oranje tentje van de archeologen, een graafmachine en een put.

Ik loop er naartoe en zie enkele bomfragmenten. Mooi zo, denk ik. Zoals verwacht zijn er bij de ontploffing van de vliegende bom stukken achtergebleven.

Dan kijk ik in de bomkrater en zie ik tot mijn verbazing dit:

Dit is wel een heel groot stuk van de V1! Bart De Smaele en collega-archeoloog Hadewijch Pieters leggen mij uit dat het om de straalmotor gaat die bovenop de bom stond. De Britse expert Colin Welch, speciaal voor deze opgraving het Kanaal overgestoken, toont me nog andere resten: de vleugels. Later blijken er ook sporen van afweergeschut te zien, waaruit we kunnen concluderen dat deze V1 is neergehaald door de mensen van Antwerp X. Ik besef: dit is uniek! Naar ons weten is het de eerste keer dat bij een archeologisch onderzoek zo’n intacte resten van een V-bom worden teruggevonden. Kontich heeft er een erfgoedstuk bij. Dat verheugt ook Leen Cannaerts van de erfgoedvereniging Zuidrand die wat later een bezoek brengt.

Tekening van een V1 ‘vliegende bom’ – gevonden op deze website.
Ja, ik plaatste een exemplaar van Elke dag angst op de V1! Hier op de foto met Bart De Smaele en Hadewijch Pieters van Hembyse Archeologie.

Waarom is deze vondst zo zeldzaam? Ten eerste werden de getroffen plaatsen na een V-inslag meteen hermetisch afgesloten. Slechts zelden konden nieuwsgierigen dichtbij komen. Dat gebeurde wel een keer in Hoevenen, toen een V1 niet ontplofte:

V1 in Hoevenen, uit archief van Gil Geerings.

Maar normaal gezien waren de geallieerden er als de kippen bij om de V-resten te bergen. Pas daarna werd het terrein voor de lokale ordediensten vrijgegeven. Om een of andere reden is dat dus bij deze inslag in Kontich niet (grondig?) gebeurd. Waarom was dit? Was er verwarring? Dat kan blijken uit de wat foute en vage verwijzingen op het geheime verslag van 2 november 1944. Ten tweede is het bijzonder dat dit stuk 78 jaar lang in de grond heeft gezeten. Hoeveel andere V-resten liggen er dan nog begraven onder Belgische bodem? Bij mijn weten is de enige andere gelijkaardige vondst in Kalken geweest door Pieter Janssens in 2014.

Wat nu? Bart en Hadewijch nemen de resten mee naar hun depot in Gent. Daar worden ze gewassen en zullen ze samen met Colin verder onderzoek doen. Ondertussen zoek ik ook verder: Wie weet er meer over deze inslag? En kijk ik samen met Kontich en erfgoed Zuidrand hoe we deze unieke vondst een plaats kunnen geven. Kan dit in een museum getoond worden? Kunnen we een herdenkingsplaat voor het vergeten slachtoffer Jos Van Dijck plaatsen? Kunnen we dit verhaal gebruiken om de voor velen onbekende V-geschiedenis te vertellen? To be continued…

Een journalist van Gazet van Antwerpen en Het Nieuwsblad kwam langs en een fotograaf maakte fantastische beelden. Bekijk ze via deze link en deze link. Ook VRTNWS schonk aandacht aan de unieke ontdekking. Hembyse publiceerde op LinkedIn dit bericht.

Dank aan Bart De Smaele, Hadewijch Pieters, Colin Welch, Dries Verbercht, Liesbet Van der Burght, Patrick Vincent, Leen Cannaerts, Marcel Wouters, Hilde Van Dijck, Frans Van Dijck en de gemeentes Kontich en Rumst om dit verhaal mee te ontrafelen. Hieronder nog enkele foto’s van de opgravingen.

2 gedachten over “De V1 van Kontich

  1. Dag Pieter Jouw boek over de CRAB’s las ik met aandacht, net zoals jouw artikels erover. Proficiat voor de enorme duiding hieromtrent. Graag vul ik aan dat er ook CRAB’s sneuvelden op weg naar de verzamelpunten. Mijn grootvader, Armand Van de Perre was samen met zijn broer en een gebuur slachtoffer . Ze werden begraven in Cormont. Vorig jaar zijn ze door de gemeente Edegem officieel herdacht.

    Dr. J. Van de Perre

  2. pieter fantastisch jouw interesse voor ons verleden, de nu nog overlevenden
    veel komt terug, ook het sinister pruttelen van de v1
    dank Frank Ph

Geef een reactie op philipsen Reactie annuleren