
Een online herdenking
Dit jaar geen klassieke herdenking door de coronacrisis. De vzw 5 april 1943 en de stad Mortsel hebben de handen in elkaar geslagen om een online herdenking te organiseren. Het resultaat is hier te bekijken:
Dit initiatief was nooit mogelijk geweest zonder onze vzw. Lid worden en ons zo steunen, kan nog steeds via deze link!
Mijn toespraak: Zo rond halfvier, weer naar de lucht kijken
De andere teksten kan je via deze link raadplegen.
Waarom herdenken wij? Om niet te vergeten, hoor je vaak.
En zo simpel is het. Wat in Mortsel 77 jaar geleden gebeurd is, mogen we niet vergeten. Dat willen we hier niet. Dat kunnen we hier niet.
Dit jaar zou een bijzondere herdenking worden, zowel in teken van het bombardement van 5 april 1943 als in het teken van de V-bommenterreur.
Want dit moet je je voorstellen. De mensen die 77 jaar geleden getuigen waren van het Amerikaanse bombardement op onze stad, werden 75 jaar geleden getroffen door Duitse vergeldingswapens. De Fredericusstraat viel op 5 april net buiten het rampgebied, maar op 2 december 1944 doodde één V1 acht mensen uit dezelfde familie. In het Sint-Jozefziekenhuis waar zo veel gewonden op 5 april werden geholpen, viel op 8 maart 1945 een vliegende bom: 31 doden.
Jos Vloebergen zat op 5 april 1943 in de Guido Gezelleschool. Terwijl hij aan het turnen was zag hij in de lucht vliegtuigen naderen, waarna er kleine zilveren bolletjes uitvielen. Hij verloor verschillende klasgenootjes, maar ook zijn mama. Jos getuigt: ‘Ze vonden haar op de trap naar de kelder onder het puin van ons huis. Ze leek ongedeerd, maar haar longen waren geëxplodeerd door de luchtdruk. Zo werd ze overgebracht naar onze school, waar alle lijken verzameld werden. En wij… wij stonden daar.’ Eind februari 1945 was Jos aan het spelen in ’t Parkske, waar de puinresten van de gebombardeerde Sint-Vincentiusschool nog zichtbaar waren. Plots hoorden de spelende jongens lawaai en zagen ze in de lucht een Duitse V1 overvliegen. Ze liepen snel weg. Jos vertelt: ‘Plots stopte de motor. Ze viel aan de afgebroken spoorwegbrug. We hoorden het ene doffe geluid na het andere, een regen van shrapnels. Uit de bank waarop we voordien aan het spelen waren, was een stuk. Als we daar waren blijven zitten…’ Twee mensen kwamen om bij deze inslag.
Niet ver daarvandaan zou op 27 maart 1945 de laatste Duitse V-bom op Antwerpen vallen. Een V2-raket was het deze keer. Die viel op de hoek van de Antwerpse- en Lieven Gevaertstraat. Balans: 23 doden. De meeste slachtoffers vielen achter dezelfde woning. Daar had een familie net na het bombardement van 5 april een schuilkelder laten bouwen, in de hoop daar veilig te zijn. Daar zaten ze met z’n allen. Nieuw gevaar uit de lucht doodde hen allemaal samen.
Bij het voorbereiden van deze herdenking heb ik nog eens wat oude getuigenissen doorgenomen. Steeds opnieuw word ik geconfronteerd met de hardheid van het bombardement. Plots werden geliefden weggerukt. Plots kon je niet meer jezelf zijn, moest je groot worden, verder gaan ook al had je zo veel verloren. 936 levens hielden op. Nog veel meer werden voor altijd getekend. Thilda Kuypers getuigde in Tranen over Mortsel: ‘Die avond van 5 april zag ik mijn buurmeisje thuisbrengen op een brancard, een grijze deken eroverheen. Ze was dood. Dat was het afschuwelijkste: nadien te moeten vernemen dat al die kinderen, met wie je normaal speelde, dood waren. Ieder jaar op 5 april beleef ik het opnieuw. En ik heb dan altijd de neiging om, zo rond halfvier, weer naar de lucht te kijken.’
Laten we dat vandaag doen. Ons teken om te herdenken, samen met Thilda en al die anderen die het hebben meegemaakt: even naar de lucht kijken. Even stilstaan bij wat er 77 jaar geleden is gebeurd.

Ja, Op 5 april naar de lucht kijken… en aan den Premier Pierlot in Londen denken !
Ondanks alles herdenkt Mortsel zijn doden, ze liggen begraven daar op het kerkhof, voor iedereen.
Antwerpen daarentegen schaamt zich voor zijn doden. Ze zijn na 25 jaar opgegraven en in een gemeenschappelijke put gegooid, als afval.
Alleen spijtig dat Mortsel beslist heeft vele jaren later het gemeentehuis af te breken, met zijn littekens op de muren, het trieste symbool van de Amerikaanse kwakkel die daar is gebeurd.
Daarnnet kreeg ik telefoon van mijn schoonbroer Pierre, weduwnaar, die weer levendig vertelde hoe hij als zesjarige het bombardement van 5 april 1943 heeft beleefd, schuilend onder de trap van de school in Hove. Nadien werd iedereen naar huis gestuurd. Wat hij fietsend onderweg naar Oude God zag staat nog altijd op zijn netvlies gebrand…