Vandaag is het 82 jaar geleden dat er 936 doden vielen bij het Amerikaanse bombardement op Mortsel. Het doelwit was de Erla-fabriek, maar slechts enkele van de 600 bommen troffen doel. De rest viel op de woonkern Oude-God, vier scholen en honderden woningen. Onder de doden waren meer dan 250 kinderen.

Zoals elk jaar mocht ik de vele aanwezigen toespreken als afsluiter van de herdenking. Na de woorden van Marc Van de Looverbosch, Mortselse burgemeester Michiel Hubeau, twee studenten van de Academie en de Duitse ambassadeur, vertelde ik over de woorden van 5 april. Mijn toespraak kan je hieronder lezen. Je kan ook doorklikken naar de verschillende herinneringspagina’s van onze vzw 5 april 1943.

Wil je mee doen aan de zoektocht naar foto’s en woorden van alle 936 slachtoffers? Klik hier voor de online slachtofferlijst en contacteer ons via deze pagina.

Mijn herdenkingstoespraak

Enkele maanden geleden werd ergens hier in de buurt een boekenkast vol oude werken zorgvuldig leeggemaakt. Oude woorden van troost, hoop of woede, gebundeld in kartonnen en leren kaften, op papier gezet om verhalen hun werk te laten doen. In een van deze versleten boeken stond een kindergedicht, anoniem, opgeschreven in de nadagen van het bombardement. In het blauw is netjes neergepend:

was een maandag in de lente.

bij een schonen blauwen lucht

toen er door de lucht zweefde

vogels met een hels gerucht

zij zaaiden dood en vernieling

Met dank aan Vincent Geeraerts.

Als voorzitter van de vzw 5 april 1943 lanceer ik vandaag de oproep om de komende drie jaar te proberen om alle 936 slachtoffers een gezicht te geven. Een gezicht en een verhaal. Al van meer dan de helft hebben we een foto gevonden. Ik hoop dat door op zolders de oude fotoboeken te ontstoffen, door stamboomonderzoeken te doorploegen en archiefdocumenten te bekijken, we tegen de 85ste herdenking over alle slachtoffers iets kunnen vertellen. Hoe ze eruitzagen. Maar ook, wie ze waren, van wie ze hielden, door wie ze werden of nog altijd worden gemist… Graag wil ik iedereen oproepen om mee te zoeken. Je kan ook lid van onze vzw worden, zodat we meer middelen hebben om de zoektocht te ondernemen.

Klik hier om naar de oproep te gaan.

Want beelden zeggen veel. Ze doen elk van ons de verhalen inbeelden. Maar woorden doen soms nog veel meer. Zoals bij de recent overleden getuige Flor Landuyt. Hij zweeg tientallen jaren, maar toen de woorden eenmaal kwamen, hielden ze niet meer op. Vertellen werd zijn therapie. Hij schreef een kort gedicht met de titel ‘Het zwijgen’:

als men de stilte

niet meer hoort,

wie roept daar dan?

Woorden vormen troost. Ze verwoorden het onverwoordbare, het ondenkbare, het onzichtbare. Soms is het een woordenkunstenaar als Clem Schouwenaars. Soms een gewone sterveling die het sterven van te dichtbij heeft meegemaakt. 

Zoals Sidonia Van Weert. Zij verloor haar zevenjarig zoontje Raymond tijdens het bombardement. Haar man, Marcel, zat in een Duitse gevangenis in Brussel, waar hij als weerstander wachtte op zijn executie. Het bidprentje van Raymond leest als de getuigenis van een moeder en echtgenote: ‘Onschuldig en zorgeloos was het kindje naar de school getogen… wie had ooit durven vermoeden dat het voor de laatste maal vaarwel had gezegd aan zijn lief moeke en nog eens gekeken had naar Vake’s portret die reeds zolang… en wie weet voor hoelang nog… van huis verwijderd was…’ Papa Marcel zou drie maanden later worden terechtgesteld. Papa en zoon, Marcel en Raymond liggen hier allebei begraven, op enkele meters van elkaar, herenigd in de herinnering.

Niet alleen onder de slachtoffers vinden we woorden. 5 april is een thema in onze literatuur geworden, waarin gedichten, proza en getuigenissen woorden geven aan de onvertelbare en onvertelde verhalen.

‘Het afgrijselijke wordt toegedekt’, in één zin vat Mieke Vandromme in haar nieuwe roman tegelijk de berging van de kinderslachtoffers als het beginnen van het zwijgen. 

Tania Dylgat, een andere romanschrijfster die we met onze vzw begeleiden, schrijft:

Mijn mond praat niet meer.

Het is altijd stil in me.

Doodstil.

Zoals de stilte na de bommen.

Beide boeken worden verwacht binnen een goed jaar.

Ik herhaal mijn oproep: laat ons beelden, maar ook woorden zoeken om alle 936 blijvend te herdenken.

Ik sluit af met het gedicht dat anoniem in de kaft van het oude boek werd gepend.

De woorden die tijdloos zijn, pijnlijk actueel.

De dichter die maar één wens had, een van en voor de kinderen van 5 april:

zend geen boze vliegers meer

houdt de rampen en ellende

ver van ons 

3 gedachten over “Woorden van 5 april – mijn herdenkingstoespraak 2025

Plaats een reactie