Terug naar het overzicht van V-inslagen

Om 4u11 in de vroege morgen van 26 oktober sloeg een V1 in op het kruispunt van de Tuinbouw- en de Van Geertstraat, vlak achter de Zoo van Antwerpen. In de Tuinbouwstraat verwoestte de vliegende bom in één klap het leven van Marthe Bergeys (°1926). ‘Ze is nu 90 jaar oud,’ vertelt haar dochter in 2016, ‘maar terwijl haar overlevingsdrang torenhoog is, zou ze mentaal liever al 72 jaar dood willen zijn, net zoals haar geliefde moeder en broer. Ze kan er nu niet meer over praten, omwille van haar dementie, maar ook doordat ze soms boos en zelfs beschaamd is dat ze “geteisterd” was en helemaal niets meer had, zelfs geen schoenen. Het laatste wat ze zich herinnert, is het stilvallen van de motor van “haar” V1-bom en één enorme flits. Ze werd wakker in de bibliotheek op het Conscienceplein, tijdelijk blind. Op haar allereerste vraag, naar de toestand van haar moeder en broer, kwam geen antwoord…’

Vader Bergeys sliep die nacht niet thuis en Marthe sliep op de bovenverdieping, waardoor ze niet zo erg bedolven was. Voor haar was er maar één lichtpuntje: haar witte kat. ‘Die overleefde drie weken in de kelder van het platgebombardeerde huis. Een buurman bracht de kat naar mijn moeder, een ongelooflijk moment na de allerdonkerste weken uit haar bestaan.’
De mama van Marthe Bergeys, Cécile Boelens (°1900), en haar broertje Pierre (°1932) waren twee van de in totaal 32 dodelijke slachtoffers die deze V1-bom maakte. Marthes dochter herinnert zich hoe haar moeder getraumatiseerd door het leven ging: ‘Zij had geen noemenswaardige fysieke letsels, doch de psychische verwonding blijft tot op de dag van vandaag. Ze heeft nooit durven reizen per vliegtuig of boot. Soms was het oversteken van een straat zelfs moeilijk. Bovendien leed ze aan ernstige paranoïde depressies, waarbij ze zelfs de mensen die het dichtst bij haar stonden wantrouwde. Huilbuien waren haast dagelijkse kost, tot ze op haar tachtigste geen tranen meer overhad. Ze was overbeschermend tegenover haar kinderen, had verlatingsangst en hamsterde bij elke crisis allerlei levensmiddelen. Meerdere malen raakte ze verslaafd aan alcohol, maar telkens wist ze op wonderbaarlijk wijze te stoppen door de angst ongeneeslijk ziek te worden.’

‘Mijn moeder is een uiterst verstandige en kunstzinnige vrouw, maar ze kwam niet meer tot schilderen en kon haar droom om een boek te schrijven niet waarmaken. Ze kon altijd over de bominslag vertellen, maar toch voelde ze zich eenzaam. Die vliegende bom heeft haar leven kapotgemaakt en ook wij voelen dat vandaag nog.’
Emile Grandgaignage (°1926) belandde samen met zijn ouders onder het puin in de Tuinbouwstraat: ‘We kropen eronderuit en wisten eigenlijk niet wat ons was overkomen. Tot het einde van de straat waren alle huizen weg. Iemand was met bed en al tot in het midden van de straat gevlogen.’ Zo goed hij kon, hielp hij een handje bij de zwaarst getroffen gezinnen, zo ook bij familie Bergeys. Hij verklaart waarom de vader van Marthe niet thuis was: ‘Dokter Bergeys was enkele dagen eerder onterecht opgepakt op verdenking van collaboratie. Hij zat die nacht opgesloten in de gevangenis van de Begijnenstraat. Na de inslag gingen ze hem halen. Hij moest de lijken van zijn vrouw en zoontje identificeren. Drama’s. Ik kan er nog altijd niet van slapen.’ ‘Voor mijn mama was dit het allergrootste trauma’, vervolgt de dochter van Marthe Bergeys. ‘De onrechtvaardigheid die oorlog met zich meebrengt, terwijl haar vader zich altijd had ingezet voor zijn medemens. Zo heeft hij Joodse onderduikers geholpen en als bedrijfsarts jongemannen afgekeurd zodat ze niet moesten gaan werken in Duitsland.’
Marthe overleed op 1 mei 2017. Deze voormiddag werd ze begraven. Tijdens de dienst werd er stuk uit Elke dag angst voorgelezen. Dit stuk is een eerbetoon aan haar.
Met dank aan Christine Lauwers, de dochter van Martha, voor het warme contact en het doorvertellen van het moeilijke verhaal van haar moeder.
De bizarre link tussen leven en dood, vieren en rouwen, en tijd die vervaagt of samenbrengt. Toeval, of het bestaat?…. Op 26 oktober 1954, exact tien jaar na deze droevige gebeurtenis, ben ik geboren. Op 26 oktober 2019 verneem ik het drama via internet, net op mijn vijfenzestigste verjaardag. En verneem ik ook dat de betreurde slachtoffers familie van me waren. We hadden dezelfde betovergrootvader, zo blijkt. Een schrijnende gebeurtenis vernemen op een heuglijke dag. We houden er een nieuw, fijn familielid aan over, Marie-Christine Lauwers. Met dank aan Pieter Serrien!