‘Petrus Dathenus’
Vlaamse uitgetreden priester, geboren in het Frans-Vlaamse Kassel rond 1531, die rond zijn twintigste calvinist werd nadat hij een gereformeerde leeftijdsgenoot op de brandstapel zag sterven. Na ballingschap werd hij een van de belangrijkste calvinistische predikanten. Hij was bekend om zijn Nederlandstalige psalmberijmingen. Hij speelde een belangrijke rol in de totstandkoming van de calvinistische opstand en later de Gentse republiek.

Zie In opstand! p. 101, 130, 134, 141, 143, 148, 278, 414, 538, 541, 542, 555.

Het verhaal van zijn jeugd

1531. Pieter Datheen kwam ter wereld, tien jaar nadat Maarten Luther door keizer Karel werd verbannen en Margaretha van Parma in Oudenaarde verwekt werd. Over zijn jeugd weten we niets. Zijn vader, met dezelfde naam, zal hem zeker laten dopen hebben in de parochiekerk van Kassel, maar daarvan zijn geen bronnen. Was het een slordigheid? Dat kan, gewone mensen haalden niet altijd de doopregisters. Misschien staat er daarom nergens een Petrus Datheen gemeld. Of misschien is de lijst waar hij opstond verloren geraakt, tussen de plooien van de geschiedenis vergeten zoals zo vele andere namen. Enkele jaren begeleidde vader Datheen zijn jonge, getalenteerde zoon in een voettocht door de Westhoek. Hij breng zijn jongen naar het Karmelietenklooster in het grote Ieper. Een geestelijke carrière was de manier om te ontsnappen aan het kansarme bestaan van een gewoon gezin. De vader had de Kasselse priester gevraagd om zijn zoon te introduceren. Maar het betekende dat de jonge Peter afscheid moest nemen van zijn gezin. Vanaf dan behoorde hij tot de clerus en verbrak hij officieel zijn familiebanden. Of Peter en zijn familie en vrienden dit isolement echt zo nauwgezet respecteerden, weten we uiteraard niet. Vanaf hij als novice in het klooster trad, kreeg hij een nieuwe naam: Petrus Dathenus.

In het klooster groeide hij op als beloftevol student. Hij zou het wel eens ver kunnen schoppen als priester. Maar de muren van het karmelietenklooster waren niet dik genoeg om de geruchten over de vele kerkhervormers tegen te houden. Voor de jonge monniken was het spannend om de kerkelijke crisis van nabij te volgen. Maarten Luther was net als zij een monnik voor hij uit de kerk werd gegooid. In Zwitserland maakte ene Johannes Calvijn furore. Hij had volgelingen in heel Frankrijk en in Vlaanderen. Hij had de Bijbel vertaald, van commentaren voorzien, psalmen in het Frans op verzen gezet, en pleitte voor een terugkeer naar het oorspronkelijke christendom.

1550. Monnik Petrus was negentien jaar oud toen zijn leven voorgoed veranderde. Al weken beroerde de arrestatie van een Ieperse schoenmaker Maarten de gemoederen. De jonge twintiger was gevangengezet omdat hij het nieuwe geloof aanhing en weigerde zijn fouten toe te geven. De koppigheid en het doorzettingsvermogen van de ketter maakten indruk. Wat had een mens niet over voor zijn geloof? Met bewondering hoorden de monniken hoe Maarten zelfs onder foltering geen woord loste. Hij werd tot de brandstapel veroordeeld. 

(wordt nog aangevuld)