Terug naar het overzicht van V-inslagen
Een lokale geschiedschrijver (NAESSENS, Maurice, Izegem, een terugblik, 1998, 435-436) tekende dit relaas op:
‘De mensen op de Bosmolens hoorden het vreemd geronk en verdacht gesuis van een eigenaardig vliegtuig, precies een lange sigaar of een buis met vleugels. Uit die buis kwam een roodgloeiend vuur. “Een vliegende bom!”, riep iemand en diegenen die zich toen buiten bevonden, wierpen zich instinctmatig op de grond. Een paar seconden later volgde een oorverdovende knal en een explosie. Grote stukken verwrongen staal vlogen in het rond. Huizen werden vernield, deuren uit hun voegen gerukt, vensterglas vloog in alle richtingen. Mensen werden gewond en raakten in paniek, want de omgeving was in een donkere rookwolk gehuld. Een enorme krater gaapte dichtbij de drie volledig vernielde huisjes, van de families Deldaele en Bisschop in de Bosdreef tussen de Wolvenhofstraat en de Leenstraat.’
‘Onmiddellijk na het gebeuren snelden buurtbewoners naar buiten op zoek naar ovelevenden of slachtoffers. In een alleenstaands huis vonden ze Magdalene Permentier, echtgenote van Florent Deldaele, dood. Zij was juist thuis gekomen na een bezoek aan de buren. In hetzelfde huis vonden de buren de twee levenloze lichamen van haar kinderen Jacques en Maria. De oudere zoon Lucien was als bij wonder ongedeerd. In het nabijstaande huis was voor Charles Deldaele en zijn kleinkind Mariette alle hulp overbodig. De zwaar verminkte lichamen werden van onder het puin gehaald. In het aanpalende huisje van Cyriel Bisschop bleef diens vrouw Elodie omzeggens ongedeerd, een mirakel wanneer men het puin bekeek dat van het juisje overbleef. Brievenbesteller Alfons Deblauwe en bakkerin Naert, die luttele seconden voor de ramp aan de huisjes waren voorbijgegaan, onstnapten op het nippertje aan de dood.’
Met dank aan Gerard Tieghem, die het zich allemaal nog herinnert alsof het gisteren was…