Terug naar het overzicht van V-inslagen
Marcel Van Houwenhove was samen met enkele buurjongens ‘oorlogje aan het spelen’ aan de Scheldekaaien: ‘We verschansten ons in de greppels van achter onze huizen. Na wat over en weer gesluip op handen en zwarte knieën en enkele lichte stokgevechten, sprong Achiel overeind tussen de groene koolbladeren en riep naar een denkbeeldige vijand: handen omhoog of ik schiet! Op dat ogenblik sloeg de V2 in.’ Thuis kwam Stan Pauwels te weten wat zijn vrienden was overkomen: ‘De moeder van de dertienjarige Achiel, buiten zichzelf van angst, liep de tuin in schreeuwend: “Chilleke…” Niets, geen antwoord. Haar kind was DOOD! De sluipmoordenaar had zijn werk gedaan. Pierre, zijn broertje Louis, François en Marcel werden levensgevaarlijk gewond aangetroffen op de plaats van het onheil en in allerijl overgebracht naar het gasthuis. Doch voor de twaalfjarige Pierre kon geen hulp meer baten. ’s Anderendaags vernamen we dat ook hij in de loop van de nacht aan zijn verwondingen was bezweken.’

Marcel Van Houwenhove kon zich de ramp pas weken later herinneren: ‘Na een korte tijd, ik meen enkele minuten, wilde ik rechtstaan en verbrandde mijn linker handpalm aan een gloeiend stuk shrapnel. Ik keek naar de huizenrij en zag dat ons huis geen dak meer had. Vervolgens strompelde ik naar de straatkant. Van daaruit werd ik door een gepensioneerde met de kruiwagen naar het ziekenhuis gebracht, beseffend dat ik bloedde over mijn ganse lichaam en oh zo vermoeid was. Daarna zette een Rode Kruismedewerkster me in de ambulance, met het dwingende bevel om niet te gaan liggen en zeker mijn ogen niet te sluiten. Na verloop van tijd – uren of dagen – ontwaakte ik in een grote mannenziekenzaal. Het werd een lange, pijnlijke periode. Mijn ouders werden ontboden om te beslissen over een eventuele amputatie van mijn rechteronderbeen, wat gelukkig niet gebeurde. De V-bommen bleven dood en vernieling zaaien, ook in de onmiddellijke omgeving van het ziekenhuis. Telkens weer werden gewonde kinderen en volwassenen binnengebracht die in afwachting van medische of operatieve ingrepen tussen onze ziekenbedden op de grond werden gelegd op een matras: wenend, kermend of zelfs stervend. Bij het afgaan van het alarm greep ik steeds naar mijn hoofdkussens, legde er een op mijn hoofd en het tweede op mijn “goede” linkeronderbeen en -voet om te voorkomen dat neervallende glassplinters schrammen of verwondingen zouden veroorzaken. Het heeft jaren geduurd vooraleer ik over deze verschrikking ook maar één woord wilde vertellen.’
Dit fragment is gebaseerd op V-bommen op Hoboken, p. 12-16 (heel interessante website!). Achiel Vertriest en Pierre Van Diependael kwamen om. Louis Van Diependael, François Roothooft en Marcel Van Houwenhove waren zwaargewond. Een zevende kind was lichter gewond. De getuigenissen zijn licht gecorrigeerd. Ter herinnering aan de twee jongens die de V2-inslag niet overleefden, staat sinds kort een herdenkingsmonument aan de vijver nabij de Scheldelei.