Meer info over het boek

Terug naar het overzicht van V-inslagen

Nadat een V1 in de namiddag van 3 november was ingeslagen op de elektrische centrale van Merksem, werden er vijf doden geteld. Willy Oomes (°1900) vond het die nacht wel erg akelig: ‘De bom zette de stad zonder stroom.’ De volgende namiddag viel opnieuw een V in Merksem, ditmaal op een arbeiderswijk. Lode De Raedt (°1935) was er met een kameraadje aan het spelen: ‘Plots voelden en hoorden we de inslag. Het was te vergelijken met een zware bliksem- en donderslag, gevolgd door het trillen van de grond. In paniek sprongen we achter een tuinmuurtje om te schuilen. Vreemd genoeg besefte ik als kind niet echt wat er aan de hand was. Dat besef kwam pas jaren later, toen ik volwassen was.’ De Van Roiestraat en Terlindenhofstraat waren met de grond gelijkgemaakt: meer dan zestig huizen waren totaal verwoest en bijna zeventig zwaar beschadigd. Ook het Sint-Bartholomeusgasthuis leed schade en moest de deuren sluiten.

De vernielde Van Roiestraat in Merksem op 4 november 1944 (c) Koninklijke Kring voor Heemkunde Merksem VZW.

De wat oudere Amadee (°1927) woonde in aanpalende Van Stralenlei: ‘Het was een rustige en zeer zonnige najaarsdag. En toen viel de bom: een geweldige, droge knal, zoals een bliksem die vlakbij inslaat zonder nagerommel. Impulsief sprong ik naar buiten, ik riep nog iets tegen mijn moeder. Het was vreemd, onwezenlijk, vandaag nog zie ik het als een kort stukje lm, alsof de tijd stilstond. Er was weinig beweging op straat. Waar waren de bewoners? Dierven ze niet buitenkomen? Aan de eerste huizen was niets speciaals te zien, geen gebroken ruiten, niets. Een vijftigtal meter verder hing een dik grauwgrijs gordijn waardoor je geen halve meter kon zien. Er heerste een onwezenlijke stilte, behalve wat zachte gedempte geluiden, gekraak en stemmen. Toen stapte er een jongeman door dat gordijn, bebloed en vol stof. Huilend liep hij me voorbij. Daarna viel het stofgordijn op de grond. Wat ik zag was hallucinant: waar vroeger een straat was, restte nu enkel een puinvlakte van meer dan 150 meter, waaruit ik geroep en gekreun hoorde opstijgen. Nog altijd was ik alleen. Ik hoorde een stem vlakbij om hulp roepen. Het kwam uit een hoofd dat tussen het puin stak. Het was een meisje. Het duurde niet lang of er kwam iemand mij helpen met ruimen en stilaan stroomden hulpverleners toe. Vanaf dan herinner ik me de dingen maar heel vaag. Ik ging weg bij het meisje, we waren eigenlijk met te veel. Ik drong langs de achterkant een ingevallen huis binnen, want ik had er stemmen gehoord. In de ingezakte woonkamer en keuken stonden en zaten vier personen, apathisch en verward. Ik hielp ze naar buiten, voordat het huis helemaal zou inzakken. Tussen het puin zocht ik mijn weg en trapte daarbij op het levenloze lichaam van een oude vrouw. Ik had ze niet gezien…’

47 mensen overleefden de ramp niet. In een officieel verslag staat te lezen: ‘Men raamt het aantal gekwetsten, waaronder tientallen zwaar, op een tweehonderdtal. Ganse families liggen nog onder het puin.’ In het verslag staat te lezen dat de getroffenen massaal werden geholpen. Merksem was in het hart geraakt. Het Nationaal Hulpcomité deelde warme maaltijden uit en zorgde ervoor dat de vele daklozen in de lokale meisjesschool konden overnachten. Ook het lokale Rode Kruis en heel wat Engelse militairen schoten te hulp.

Met dank aan Lia Somers, voorzitter van de Koninklijke Kring voor Heemkunde Merksem VZW.